Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Lodewijk Gerard Royaards Johannes Leyds Met de overgang van het kasteel in 1836 aan de nieuwe Roomskatholieke eigenaar der heerlijkheid, Jozeph Smits van Oijen en de direct daarop volgende afbraak verdween een tweede steunpunt voor de hervormde eredienst uit vroeger tijd. Wilhelmus Kruithoff Historisch overzicht : Gelderland, waartoe de heerlijkheid Oijen tot het einde van de 18e eeuw behoorde, was reeds in 1578 in Staatse handen overgegaan. Prins Maurits had in 1581 Nijmegen veroverd en in 1582 en 1604 volgden successievelijk de niet ver van Oijen gelegen plaatsen Megen en Grave. Niettemin kon de reformatie op de zuidelijke Maasoever tussen Lith en Grave en in het bijzonder te Oijen eerst na de ingang van het 12-jarig bestand in 1609 en de bezetting van Ravestein omstreeks hetzelfde jaar systematisch worden aangevat. Zo zien we in 1610 de eerste predikant te Oijen verschijnen in de persoon van Johannes Funccius of Vonck aan wie door de heer van Oijen als eigenaar van het collatierecht het predikantsambt werd opgedragen, evenwel zonder de vereiste toestemming van de Classis Nijmegen, waaronder Oijen ressorteerde. Het classicale bestuur heeft hierop de collator er min of meer toe geprest Ds. Vonck, die wegens ergernisgevend gedrag zijn gemeente te Hazerswoude had moeten verlaten, te ontslaan. Na deze valse start volgde in 1613 de dichter-predikant Bernardus Busschoff. Bernardus Busschoff Hubertus van Woudenberg Hamstra Hoewel het collatierecht nog formeel bleef bestaan tot de wettelijke afschaffing in 1922 hebben de collatoren er sinds de tweede helft van de 19e eeuw feitelijk geen gebruik meer van gemaakt. In de notulen van 29 maart 1901 (inventarisnummer 2 folio 131) staat hierover vermeld: 'Het recht van de Heer Smits van Oijen bestaat in de keuze uit een tweetal door de kerkeraad op te geven. Bij vorige vacatures heeft hij echter als dit gevraagd werd telkens voor de lopende vacatures er afstand van gedaan'. In feite werd te Oijen het recht van het beroepen van predikanten dan ook uitgeoefend door de kerkeraad. In 1625 volgde na het vertrek van Ds. Reinerus à Staden een conflict tussen Johan Baron van Kettler, heer van Oijen, en de Classis Nijmegen over de opvolging. De collator wilde Ds. Carolus Heusius het predikantsambt te Oijen opdragen, maar de classis verzette zich onder meer wegens de haar ter ore gekomen minder oirbare levenswandel van de kandidaat. Hij werd dan ook geen herder van Oijen. Waarschijnlijk mede door het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629 bleef de vacature 8 jaren open. Franciscus Wernheri Gerlacus Gerlaci Winckels De verkiezing van ouderlingen en diakenen, die tot dan toe door de kerkeraad en dus door coöptatie was geschied, kwam in 1869, op grond van een wijziging van het Algemeen Reglement voor de Hervormde Kerk, aan een vergadering van stemgerechtigde manslidmaten. Deze kozen sindsdien ook de twee notabelen, die op hun beurt weer de kerkvoogd benoemden (zie inventarisnummer 2, blz. 53, not. 31-1-1869). Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 261 Nederlandse Hervormde Gemeente Oijen, 1726-1959 , inv.nr. ... (verkort): BHIC, 261 NH-Gemeente Oijen , inv.nr. ... Reinerus à Staden De benoeming van de koster-voorlezer-voorzanger, die oorspronkelijk toekwam aan de heer der heerlijkheid, vond in 1829 plaats door het college van kerkvoogd en kerkeraad en sinds 1869 door kerkvoogd en notabelen. vacant Van de gebruikelijke twee godsdienstoefeningen op de zondagen werd aanvankelijk de ochtenddienst gehouden in de kerk en de middagdienst op het kasteel van de heren van Oijen. Het oude nog uit de prereformatorische periode daterende kerkgebouw met annex pastorie moest op 23 juni 1800 aan de Roomskatholieken worden overgedragen. Als laatste predikant werd daarin op 18 mei van dat jaar nog bevestigd Ds. Jacobus Verlaat. Matthias Romswinckel de heer Horst, godsdienstonderwijzer en hulp-prediker Henricus Cornelis Swalue Jacobus Verlaat Gijsbertus Fuchsius Louis Johan Theodoor Ramaer In de plaats van de afgestane kerk verrees in 1810 aan het Boveneinde een nieuw kerkgebouw voor de Hervormden, waartoe Koning Lodewijk Napoleon een subsidie van 6000 gulden had verleend. Bij gebreke van een orgel werd aan de gemeentezang voorlopig nog leiding gegeven door de koster-voorzanger. Hierin kwam eerst in 1885 verbetering dank zij de schenking van een uit de kerk te Beek (Gld.) afkomstig orgel door Ds. H. van Woudenberg Hamstra, zijn drie voorgangers en vele andere belangstellenden. Dr. Jacob Leonard Snethlage Bijlage: lijst van predikanten : Johannes Funccius Het archief : Dominee Cornelis van Straaten, die van 1826 tot 1838 predikant te Oijen was, is de grondlegger geweest van een zeer efficiënte registratie en ordening van de papieren van zijn gemeente. Hij legde aan het 'Register der stukken behoorende aan de Hervormde Gemeente van Oijen' (zie inventarisnummer 12), waarin hij in numerieke en tevens chronologische volgorde inschreef alle door hem aangetroffen en beheerde stukken tot 1837. Het dubbel van dit register (zie inventarisnummer 8) werd door zijn opvolgers voortgezet als agenda van ingekomen en uitgaande stukken. Deze stukken werden na aanbrenging van het agendanummer in numerieke volgorde afgelegd en vormen ook thans nog als reeks één der belangrijkste onderdelen van het archief (zie inventarisnummer 3-6). Helaas zijn de 18e eeuwse stukken en die uit het begin der 19e eeuw, welke in het register en de agenda voornoemd zijn geregistreerd, grotendeels verloren gegaan. De periode 1901 tot 1949 vertoond eveneens toenemende hiaten. Nadat aanvankelijk alle stukken, dus die betreffende aangelegenheden van de kerkeraad, diakonie en kerkvoogdij, in hetzelfde register werden ingeschreven en gezamenlijk werden bewaard, werden sinds 1915 voor de kerkvoogdij en sinds 1941 voor de diakonie afzonderlijke reeksen van ingekomen en uitgaande stukken aangelegd, die voor de kerkvoogdij tevens in een aparte agenda werden geregistreerd (inventarisnummer 56). Johannes Diederik Tilanus Aanwijzingen voor de gebruiker : De openbaarheid van het archief is beperkt. Stukken jonger dan 50 jaar zijn niet openbaar. Adolphus van Herwerden Petrus Passavant Dr. Jan Willem Samberg Het college van kerkvoogd en kerkeraad droeg in datzelfde jaar, eveneens op grond van een wijziging van genoemd Reglement, het beheer der kerkelijke goederen over aan het college van kerkvoogd en notabelen en hield op te bestaan (zie inventarisnummer 2 blz. 58, not.15-11-1869). Zoals reeds kortelings werd vermeld is de pastorie in 1800 samen met de sedert de reformatie bij de Hervormden in gebruik geweest zijnde parochiekerk aan de Roomskatholieken teruggegeven. Waar de predikanten sindsdien waren gehuisvest is niet duidelijk. In 1828 werden echter aan de Verbrande Straat een huis en hof verworven van de toenmalige eigenaar der heerlijkheid, Willem van Welsenes van Oyen, rentenier te Dordrecht, om te dienen als pastorie (zie inventarisnummer 79). In 1843 werd deze weer vervangen door een nieuwe. Casparus Eilbracht Johannes van Waa Matthias Martini Johannes Mulder waargenomen door Ds. A. Radijs van Oss Egbert Johannes Wernhard Koch Het archief is in 1968 beschreven door J.H. de Vey Mestdagh. Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997 Cornelis Johannis van Straaten Johannes de Kruyff Johannes Coets In de 17e en 18e eeuw maakte de hervormde gemeente deel uit van de Classis Nijmegen en de Ring Maas en Waal. Blijkens de beschikking van de Commissaris-Generaal voor de Zaken der Hervormde Kerk van 9 augustus 1816 tot vaststelling van de klassen en ringen viel Oijen toen onder de Classis 's-Hertogenbosch en de Ring Grave. Deze situatie heeft niet lang stand gehouden. In 1826 werd de gemeente op haar verzoek bij de Ring Oss gevoegd, welke in samenstelling vrijwel overeenkwam met de voormalige Ring van Maasland en als haar opvolger kan worden beschouwd. Dit zal ook de reden zijn, dat een register van de Ring van Maasland bij het archief is aangetroffen (zie inventarisnummer 96). Johannes Breyerus Naast het recht van collatie had de heer van Oijen nog het recht de predikant het zogenaamde 'benefitie van de pastorije' op te dragen, dat wil zeggen de inkomsten uit en het beheer over de pastoriegoederen. Tot nu toe maakt de opbrengst daarvan nog steeds deel uit van het predikantstractement. Samuel Wolter Reinard Neomagus Het geringe zielental der hervormden te Oijen (circa 74 in 1726, circa 61 in 1820 en 43 in 1941) en de daarmede gepaard gaande geringe financiële draagkracht der gemeente heeft geleid tot verscheidene combinaties met andere kerkelijke gemeenten. Gedurende de jaren 1820-1823 was er een tijdelijke combinatie met Oss, in 1833 werd Megen aan Oijen toegevoegd (sinds 1891 woonden daar geen Hervormden meer) en met ingang van 1 oktober 1949 kwam na een vierjarige predikantsvacature een combinatie met Lith tot stand. Beide gemeenten worden sindsdien bediend door één predikant met standplaats te Lith.

Collectie
  • Archieven BHIC
Type
  • Archief
Identificatienummer van Brabants Historisch Informatie Centrum
  • 261
Trefwoorden
  • Religie en Levensbeschouwing
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards