Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
04 mei 2023 15 minuten leestijd

Boy Ecury: een geweldig gevoel voor rechtvaardigheid

‘Hij stelde er een eer in om een even flinke houding aan te nemen als onze vriend, die wij den vorigen avond hadden zien weggaan en zei, dat hij met een glimlach op de lippen zou sterven.’ Deze tekst staat op de sokkel van het standbeeld van Boy Ecury in Oranjestad, Aruba. Boy Ecury was actief in het gewapend verzet en werd geroemd om zijn koelbloedigheid en vastberadenheid om tot het uiterste te gaan in zijn strijd tegen onrecht. Op 22-jarige leeftijd werd hij gearresteerd en gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte.

Annemarie van Dijk | Netwerk Oorlogsbronnen
Deel dit artikel
Foto van Boy Ecury. Uit de collectie foto's en negatieven van Segundo Ecury, kennissen en familieleden, 1937-1944.
Foto van Boy Ecury. Uit de collectie foto's en negatieven van Segundo Ecury, kennissen en familieleden, 1937-1944.
Foto van Boy Ecury. Uit de collectie foto's en negatieven van Segundo Ecury, kennissen en familieleden, 1937-1944. NIOD | Nationaal Archief Aruba
Collage Tegen de Overheersing

Tegen de overheersing

Op 22 februari 2023 was het 125 jaar geleden dat Anton de Kom werd geboren in Paramaribo, Suriname. De antikoloniale activist en schrijver van Wij slaven van Suriname was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Vlak voor de bevrijding kwam hij aan zijn einde in Kamp Neuengamme. De Kom is wellicht de bekendste, maar zeker niet de enige verzetsstrijder met een koloniale achtergrond. Cijfers over verzet zijn vanwege het geheime karakter moeilijk te verzamelen, maar wel staat vast dat mensen uit de koloniën zeer actief waren in het Nederlandse verzet. Zij kwamen uit Nederlands-Indië/Indonesië, het Caribisch gebied en Suriname en streden tegen de Duitse overheersing van hun koloniale overheerser. Ter gelegenheid van 125 jaar Anton de Kom besteedt Netwerk Oorlogsbronnen dit jaar aandacht aan verzetsstrijders met een koloniale achtergrond.  Wie waren zij en wat waren hun beweegredenen?

Tegen de overheersing

Thema

Jeugd

Segundo Jorge Adelberto Ecury werd geboren in Oranjestad, Aruba op 23 april 1922. Hij was de zevende van de uiteindelijk dertien kinderen in het katholieke gezin van Segundo Nicasio “Dundun” Ecury en Anna Paulina Wilhemina Ernst. Na de middelbare school werden Boy en zijn broetje Nicky toegelaten op de Amerikaanse St. Augustine Military Academy in Puerto Rico. Het vervolgonderwijs op Aruba bood niet genoeg mogelijkheden, zo vond vader Ecury. Eenmaal met zijn zoons bij de Academy aangekomen, wachtte hem een vervelende verrassing. Toen de directeur zag dat de jongens zwart waren, gaf hij aan dat er opeens geen plek meer was op de school. Vervolgens werd besloten om Boy en Nicky samen met zus Mimi naar Nederland te sturen.

Thema

Nicky, Mimi en Boy Ecury vlak voor vertrek naar Nederland.
Nicky, Mimi en Boy Ecury vlak voor vertrek naar Nederland.
Nicky, Mimi en Boy Ecury vlak voor vertrek naar Nederland.NIOD | Nationaal Archief Aruba
Boy Ecury (rechts) met vrienden bij de fraters in Tilburg.
Boy Ecury (rechts) met vrienden bij de fraters in Tilburg.
Boy Ecury (rechts) met vrienden bij de fraters in Tilburg.NIOD | Nationaal Archief Aruba

Naar Nederland

In juli 1937 vertrokken Boy, Nicky en Mimi naar Nederland, waar ze eerst korte tijd in Amsterdam verbleven. Boy en Nicky gingen uiteraard meteen op verkenningstocht. Ted Schouten, het neefje van Boy Ecury, heeft veel onderzoek naar zijn oom gedaan en daarvoor familieleden en kennissen geïnterviewd. Daardoor weten we veel over de ervaringen van de jonge Boy.

"We kregen echter meteen een teleurstelling te verduren toen wij in de gaten kregen dat niet iedereen in Nederland op klompen liep. In het algemeen waren de mensen wel aardig en vroegen ze ons allerlei dingen over Aruba, maar soms werden wij geconfronteerd met mensen die ons bleven bekijken of zelfs uitscholden voor ‘n***r’. Daar hadden we het wel moeilijk mee."
Nicky EcuryBroer van Boy Ecury

Al snel werden de kinderen naar andere scholen in verschillende delen van het land gestuurd. Boy ging naar het katholieke instituut St. Louis in Oudenbosch, Noord-Brabant. Het gebeurde vaker dat mensen uit de Antillen bij de katholieke fraters terecht kwamen. Sinds de jaren 1880 waren katholieke fraters aanwezig op de Antillen met de bedoeling om mensen te bekeren. Mensen die zich hadden bekeerd en hun kinderen naar Nederland stuurden voor verder onderwijs, kwamen vervolgens uit op de katholieke internaten.

Boezemvrienden

In Tilburg ontmoette Boy Luis de Lannoy, een apothekerszoon uit Curaçao die in Tilburg zelf ook farmacie studeerde. Al snel werden de twee jongens beste vrienden. Doordat Boy’s broer en zus in andere delen van het land naar school gingen, was hij alleen in het voor hem onbekende Nederland. In Luis vond hij iemand die zijn Antilliaanse cultuur deelde en met wie hij in het Papiaments kon communiceren. De hechte vriendschap tussen de twee is goed te zien in een video van een informeel kerstdiner tijdens de oorlog. Het zijn vermoedelijk de enige bewaard gebleven filmbeelden van Ecury en De Lannoy.

Via Luis kwam Boy ook in contact met andere Antilianen, zoals de Curaçaose verzetsstrijder Tirso Sprockel. Volgens Sprockel was er sprake van een hechte Antilliaanse gemeenschap in de oorlog, zeker nadat contact tussen Nederland en de Antillen onmogelijk werd.

Thema

“De Antilianen die in Nederland studeerden waren helemaal op zichzelf aangewezen en dat gold ook voor de financiële kant. Daarnaast hadden wij – de meeste Antilianen – toch de behoefte om bij elkaar troost te zoeken in die moeilijke tijd.”
Tirso SprockelVerzetsdeelnemer
Thema

Boy en Louis

8mm amateurfilm met de vermoedelijk enige bewaard gebleven filmbeelden van de Antiliaanse verzetsstrijders Boy Ecury (1922-1944) en Louis (Luis) De Lannoy. De opnamen zijn vermoedelijk gemaakt bij een kerstdiner tijdens de oorlog, waarbij een klein gezelschap aan tafel zit te eten. Met beelden van een versierde kerstboom en een kerststalletje in de kamer. Regie: onbekend. Bron: Beeld en Geluid.

Beeld en Geluid

De naderende oorlog

Ondertussen liepen de spanningen in Europa steeds verder op. Dundun Ecury, die zich zorgen maakt om zijn in Nederland wonende kinderen, hield de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. In zijn correspondentie met Boy blijkt zijn bezorgdheid en vooruitziende blik.

"We maken ons zorgen over een eventuele oorlog, want het nieuws is niet bepaald bemoedigend. Gisteren ontvingen wij het meer geruststellend bericht, dat Tsjechoslowakije het Sudetenland aan Duitsland zal moeten afstaan en dat Engeland en Frankrijk garant zullen staan voor de veiligheid van de rest van het land. Wij nemen aan dat het voorlopig niet meer tot een vechten zal komen, tenzij Duitsland nieuwe eisen stelt…”
Portret van Dundun Ecury
Brief van Dundun Ecury aan Boy, 20 september 1938.
Thema

“Dat er over vier maanden overal vrede zal zijn, is onzin, mijn zoon. Geloof maar niet dat er vrede zal zijn, zolang God geen wonder verricht. Deze oorlog zal ontzettend lang duren en veel verderf en leed veroorzaken. Moge God vermijden dat je vader’s voorspelling bewaarheid wordt…"
Portret van Dundun Ecury.
Brief van Dundun Ecury aan Boy, 5 april 1940.

Een geweldig gevoel voor rechtvaardigheid

Op 10 mei 1940 was het zover: de Duitsers vielen Nederland binnen. Uit de correspondentie tussen Boy en Luis in de jaren vroege jaren ’40 blijkt hun onvrede met de bezetter. Zo schreven ze regelmatig op briefpapier met in de hoek een portret van Willem van Oranje gedrukt. Daarnaast bood het Papiaments een uitkomst om openlijk kritiek te kunnen uiten. Zo staat in een brief de datum als volgt beschreven: ‘Tilburg, día 25 di november di di Dos aña cu Porqueríanan ta aqui’, ofwel: Tilburg, 25 november van het tweede jaar dat die Smeerlappen hier zijn.

Onrecht was altijd een belangrijk thema voor Boy. Waarschijnlijk speelden zijn ervaringen met discriminatie als een jonge zwarte man daarbij een rol. Tijdens de bezetting werd hij dagelijks geconfronteerd met overheersing en geweld. De anti-Joodse maatregelen waren daarbij een dieptepunt. Als Boy iets onrechtvaardig vond, wilde hij er iets aan doen. Volgens zijn broer Nicky was hij ontzettend fanatiek en agressief. "Als je op straat liep en werd aangehouden door een Duitser en je deed vriendelijk, dan werd hij ontzettend kwaad: dat mocht niet, dat was de vijand..."

Portret van Boy Ecury.
Portret van Boy Ecury.
Portret van Boy Ecury.NIOD | Nationaal Archief Aruba
“Boy was een jongeman met een geweldig gevoel voor rechtvaardigheid en ik dacht dat hij voelde dat hij ook iets moest doen tegen de bezetter … dat hij in opstand moest komen tegen het onrecht dat anderen werd aangedaan. Het was een totale bereidheid voor vrijheid te vechten en niet alleen zijn eigen vrijheid, zijn persoonlijke vrijheid. Dat kwam volgens mij pas op de tweede plaats. Maar de vrijheid van anderen …”
Tirso Sprockel

In verzet

Luis de Lannoy was al vroeg in de oorlog betrokken bij het verzet. Als student woonde hij in het pension Mariëngaarde in Tilburg, waar zijn kamer al snel een soort verzetskantoor werd. Via Luis werd Boy ook actief in het verzet. Samen regelden ze voedselbonnen voor onderduikers. Maar waar Luis zich vooral richtte op het organisatorische aspect, raakte Boy steeds meer betrokken bij het gewapend verzet. Aangezien dit veiligheidsrisico’s met zich meebracht, zag Boy zich genoodzaakt om het huis van zijn gastgezin in Tilburg, de familie Moerenburg, te verlaten en te verhuizen naar Den Haag.

Thema

Luis opgepakt

Op 10 februari 1944 werd Luis de Lannoy gearresteerd. Hij verborg een onderduiker in zijn kamer op Mariëngaarde en werd verraden. Bij een huiszoeking een paar dagen later was de onderduiker al door naar een nieuw adres, maar de SD vond wel pamfletten en illegale bladen. Hij werd overgebracht naar Untersuchungs- und Strafgefängnis Wolvenplein in Utrecht.

Het nieuws over de arrestatie van zijn beste vriend was een grote schrok voor Boy. Hij was vastbesloten om Luis vrij te krijgen. Zo probeerde hij een bewaker om te kopen en beraamde hij meermaals een gewapende overval. Alle pogingen liepen echter op niets uit. Luis werd overgebracht naar een dodencel en bleef daar maanden zitten, totdat hij uiteindelijk in de chaos van Dolle Dinsdag wist te ontsnappen.

Thema

Kitty

Door de arrestatie van Luis leerde Boy zijn vriendinnetje Kitty van Huijgevoort kennen, wiens broer op dezelfde dag als Luis werd opgepakt. Kitty was ook betrokken bij het verzet en bracht Boy in contact met een gewapende verzetsgroep in Oisterwijk.

In Oisterwijk was in een voormalige leerfabriek een Wehrmachtsverpflegungsambt gevestigd. Hier verzamelden de Nazi’s voorraden, zoals geroofde goederen, levensmiddelen, drank en sigaretten, die werden aangeleverd met vrachtwagens. Met zijn verzetsgroep pleegde Boy aanslagen op de vrachtwagens. Ook hielp hij geallieerde piloten en saboteerde hij de spoorlijn tussen Boxtel en Tilburg.

“Ik weet dat zijn werk verschrikkelijk gevaarlijk was. Niet dat hij iets erover vertelde, want dat deed je niet in de oorlog, gewoon om anderen te beschermen. Maar ik wist dat het gevaarlijk was wegens de wapens. Ik was vooral bang voor de wapens, maar hij moest wel, daar kon je bijna niet onderuit. Ik heb een keer gezien, bij Tirso Sprockel in huis, dat dat wapen verstopt moest worden. Ik weet nog goed dat ik niet mocht kijken, maar ik besefte wel dat het gevaarlijk was …"
Kitty van Huijgevoort over Boy Ecury.

Gevaar

Als zwarte man in het verzet viel Boy erg op. Op een gegeven moment werd het te gevaarlijk en verhuisde hij via Delft naar Rotterdam, waar hij zich aansloot bij een knokploeg onder de schuilnaam Max Ernst. Het werk van de knokploeg was gevaarlijk en bracht veel risico met zich mee. Zo omvatte het onder andere de executie van een NSB’er. Daarom werden de leden van de knokploeg geadviseerd om een testament op te stellen en een afscheidsbrief aan familie te schrijven. Boy nam het advies ter harte en leverde op 24 september 1944 een brief af bij zijn zus Mimi. 

Thema

“Als deze brief aankomt, denk ik dat het afgelopen zal zijn met mij. Het zal May en Pappa erg veel verdriet doen, maar ik hoop dat ze begrip zullen hebben voor wat ik te schrijven heb […] Niet iedereen heeft de mogelijkheid dit te doen en ik beschouw het als een eer voor mezelf, maar in de eerste plaats voor mijn geliefd Aruba (dat Nederlands is) en voor mijn geliefde vader en moeder.”
Portret van Boy Ecury.
Citaat uit de afscheidsbrief van Boy Ecury, september 1944.
“Na mijn ontmoeting [met Mimi] zal ik naar Rotterdam gaan, waar ze op mij wachten met een tiental andere jongeren, zodat ik mijn werk goed kan beginnen. Werk zoals ik nog nooit gedaan heb en God mag weten of ik het ooit nog zal kunnen doen. Maar … ontzettend mooi werk. Werk waar ik van houd, niet om het werk zelf, maar omdat het werk is dat gedaan moet worden.”
Portret van Boy Ecury
Citaat uit de afscheidsbrief van Boy Ecury, september 1944.

Sterven met een glimlach op de lippen

Eind oktober 1944 dook Boy onder in Rotterdam. Op 5 november verliet hij zijn schuilplaats om naar de ochtendmis te gaan. Op weg naar de kerk werd hij herkend door enkele Duitsers en gearresteerd. Boy werd overgebracht naar het SD kantoor in Rotterdam en ter dood veroordeeld. De volgende dag, op 6 november 1944, werd hij geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. Hij was 22 jaar oud. Op zijn laatste avond zou hij een medegevangene hebben verteld dat hij berustte in zijn lot: “Ik zal sterven met een glimlach op de lippen …”.

Een Arubaanse held

In juni 1945 werd de familie van Boy Ecury ingelicht over zijn dood. Op dat moment was er nog veel onduidelijk, zoals waar het lichaam van Boy begraven was. Op 30 november 1946 werden verschillende stoffelijke overschotten gevonden op de Waalsdorpervlakte en in 1947 werd het lichaam van Boy geïdentificeerd. Naar wens van zijn vader werd het lichaam naar Aruba overgebracht. Daar werd het op 1 mei 1947 met militaire eer begraven. In 1949 werd er in Oranjestad een monument voor hem opgericht. In 1984 ontving Boy Ecury postuum het verzetskruis van de Nederlandse overheid.

Thema

Alle bronnen Nieuws uit Oost en West: Teraardebestelling van Boy Ecury

De in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerde Arubaanse verzetsstrijder Boy Ecury is door het Nederlandse marineschip "Van Speijk" overgebracht naar Aruba. Daar wordt hij met militaire eer begraven op het kerkhof van Oranjestad. Veel publieke belangstelling als de lange begrafenisstoet, met oa militairen en geestelijken, door de straten naar het kerkhof trekt.

Bronvermelding

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards