Tijdens oudejaarsnacht van 1943 gaat de deurbel bij tien anti-Duitse Groningers. Zes openen de deur en worden doodgeschoten. Eerder die avond is de Groningse collaborateur Anne Jannes Elsinga geliquideerd door het verzet. SD’ers van het Scholtenhuis en Nederlandse Waffen-SS frontsoldaten met verlof trekken erop uit en nemen wraak.
Joods slachtoffer
De wraakmoorden zijn onderdeel van Aktion Silbertanne. Om de liquidatie van Anne Jannes Elsinga te wreken wordt een lijst van tien namen opgesteld. Ze moeten boeten voor Anne’s dood. De eerste op de lijst is de Joodse Leo Bohemen. Leo is getrouwd met een niet-Joodse vrouw en door zijn huwelijk ontsnapt hij aan vervolging. Wel komt hij op 8 december 1943 in het Huis van Bewaring van Groningen terecht, omdat hij Joden aan een onderduikplek helpt. Maar op 15 december wordt hij weer vrijgelaten. En dan wordt de liquidatie van Anne Jannes Elsinga op 31 december hem fataal. De Nederlandse SS’er H.W. Ates schiet Leo dood in de hal van zijn huis.
Bij de volgende twee stops blijft de voordeur gesloten. De slachtoffers ontspringen de dans. Jorrit de Jong, directeur van een verzekeringsmaatschappij, is niet thuis en politie-inspecteur Jan Nienhuis is al ondergedoken. De stationschef Dirk Bos is wel thuis en geeft zich niet zomaar gewonnen. Dirk opent de deur op een kier maar vertrouwt het niet. Hij probeert de deur dicht te doen maar wordt alsnog doodgeschoten door Nederlandse SS’er Arien Smit.
Op de vlucht
Hetzelfde lot wacht Bront Bossinga. Als directeur van de Nutsspaarbank steunt Bront het verzet financieel en werkt Duitse verordeningen voor het bankwezen tegen. Een NSB’er bij de bank plaatst hem op de lijst met anti-Duitse Nederlanders. Bront wordt doodgeschoten door de Duitse SD’er Jozef Kindel. En ook meubelverkoper Freerk Zigterman krijgt SD’er Jozef aan de deur. Freerk moet mee naar het Scholtenhuis en wordt in de Kreupelstraat, vlakbij het Scholtenhuis, doodgeschoten. Zo konden de daders beweren dat ze Freerk op de vlucht hebben doodgeschoten.
Persoonlijke kwestie
De wraaklust van de bonte groep Duitsers en collaborateurs is nog niet gestild. Plaatsvervangend commissaris van de politie en Nederlandse SS’er Stienus van Wijnen trekt er samen met wachtmeester der Marechaussee R.G. Grave en een andere onbekende Nederlandse politieman op uit. Ze zijn gewapend met een lijstje met drie namen. Voor Stienus is dit een persoonlijke kwestie, het verzet heeft recent geprobeerd hem te liquideren.
Onderduikgever
De eerste op de lijst is ingenieur Pieter van Dooren, directeur van de Groninger MTS. Pieter heeft onderduikers in huis, brengt illegale kranten rond en er komen regelmatig leden van de lokale Knokploeg over de vloer voor vergaderingen. Tijdens oudejaarsnacht wordt Pieter thuis doodgeschoten door Stienus.
Communistisch verzetsman
Na een pauze met een fles cognac gaan de drie politiemannen weer aan de slag. De volgende op de lijst is de communistische verzetsman en verzekeringsagent Johannes Swint. Hij drukt verschillende illegale kranten en zamelt geld in voor onderduikers. Johannes wordt uit huis gehaald en doodgeschoten op het Linnaeusplein. De volgende dag wordt zijn lichaam ontvreemd uit het ziekenhuis en later gecremeerd door verzetsleden.
Het derde slachtoffer op de lijst is niet thuis en zo keert het groepje van drie mannen terug naar het Scholtenhuis. In een nacht zijn zes anti-Duitse Nederlanders vermoord. De Duitsers en collaborateurs hebben het doel van een op drie ruim gehaald.