Geen zuivere koffie in de Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog raken voorraden koffie, thee en suiker snel uitgeput. Nieuwe bevoorrading is er bijna niet. Daarom zijn deze producten al snel alleen nog maar verkrijgbaar met voedselbonnen van de overheid. Suiker is het eerste product dat in oktober 1939 in Nederland ‘op de bon’ gaat. Vanaf juni 1940 geldt dit ook voor koffie.
Als aanvulling op de schaarse echte koffie komt er in 1941 koffiesurrogaat op de markt. Dit product bestaat voor de helft uit gerst, waaraan een mix van erwten, veldbonen, cichorei, eikels en tulpenbollen is toegevoegd. Verschillende koffiefabrikanten brengen hun eigen merk surrogaat uit. Van Nelle brengt Pitto op de markt en Douwe Egberts verkoopt het surrogaat onder de naam Fama.
Het drinken van koffiesurrogaat was niet nieuw. Al in de 19e eeuw werd in tijden van schaarste echte koffie gemengd met koffiesurrogaat van bijvoorbeeld cichorei. Die koffie was niet zuiver en daar komt de uitdrukking ‘dat is geen zuivere koffie’ vandaan.
Vanaf 3 juni 1940 was koffie en thee alleen nog maar "op de bon" verkrijgbaar.
Meer over Rantsoenering van koffie en theeSurrogaten
Koffie was niet het enige product dat in de Tweede Wereldoorlog werd vervangen door een surrogaat. Zo werd slechte kwaliteit tabak vaak in eigen tuin gekweekt. Zeep bestond uit klei met zand en schoenen en doodskisten werden van karton gemaakt. Na de oorlog ging men terug naar producten van betere kwaliteit. Koffiesurrogaat bleef echter nog een tijd in zwang, ook na de oorlog. Pas in 1952 was koffie het laatste product dat weer vrij verkrijgbaar was.