“Aan onze mannen danken wij het, dat wij eruit gekomen zijn,” stelt nazi-generaal Herbert Otto Gille na de slag om het Oekraïense Tsjerkassy in 1944. Met deze woorden prijst hij de Nederlandse vrijwilligers die meevechten in de SS-divisie Wiking. “Zij hebben het met voorbeeldige geestdrift gevochten en met ijzeren wilskracht hebben wij het klaargespeeld den vijandelijken ring te doorbreken.”
Uitverkorenen aan het Oostfront
Mede dankzij Divisie Wiking verloopt de opmars aan het Oostfront tot 1943 gestaag en volgens J.B. Van Heutsz, een verslaggevende SS-arts die meereist, ligt het aan de sterke eenheid binnen de divisie. In de propaganda lijkt Wiking een onverslaanbare, geoliede machine.
Aan het begin van de oorlog is Divisie Wiking dat ook: een streng selectieproces, zware trainingen, indoctrinatie van de SS-ideologie en eerste militaire successen maken dat de ‘uitverkoren Wikingers’ een exclusieve status binnen het Duitse leger krijgen. Maar wat de propagandisten niet benadrukken, is dat ook binnen deze divisie de angst toeslaat. Ook aan de ‘schouder-aan-schoudermentaliteit’ en ‘ijzeren wilskracht’ lijkt een einde te komen, zeker wanneer de Sovjet-Unie begint terug te slaan.
Naarmate vanaf 1942 de militaire tegenslagen toenemen, ontstaan er scheurtjes in het elite-imago van Wiking. Door grote aantallen slachtoffers dunt de divisie uit. Ook na de slag om Tsjerkassy – waar volgens generaal Gille Wiking “het klaarspeelt en den vijandelijken ring doorbreekt”- verliezen veel Wikingers het leven. Slechtgetrainde, niet-ideologisch gemotiveerde nieuwkomers vullen de plaatsen van de gesneuvelde militairen op.
Daarnaast gaan de heftige incidenten aan het Oostfront de Wikingers niet in de koude kleren zitten. De dagboekaantekeningen over het geweld, slachtoffers en het missen van thuis nemen toe naarmate de oorlog aan het Oostfront vordert. Hoewel de vrijwilligers zelf actief meewerken aan de moorden op Joden, lijken ze gevoelens te hebben voor het leed van Poolse en Oekraïense slachtoffers.
Uitzichtloze situatie
Ook het verlies van kameraden of militaire leiders drukt de Wikingers met hun neus op de feiten. Het zorgt ervoor dat ze nadenken over hun eigen lot. De kansen om naar huis te gaan of om andere baantjes aan te nemen, worden alsmaar verleidelijker.
Door de afname in het enthousiasme en vertrouwen op een ‘goede afloop’, wordt de situatie in het Oosten voor enkele vrijwilligers ondragelijk. Sommigen nemen het heft over hun lot in eigen handen.