Surinaamse schilder Josef Nassy’s artistieke weergave van een nazikamp voor burgerkrijgsgevangenen
De in Suriname geboren schilder Josef Nassy maakte een uniek oeuvre van tekeningen en schilderijen over zijn internering in een nazi-krijgsgevangenenkamp met burgers. Zijn levensloop en zijn kunst geeft een inkijk in de ervaringen van zwarte gevangenen in het nazi-kampsysteem. Dit is een aspect van de Tweede Wereldoorlog geschiedenis dat lang onderbelicht is gebleven.
Vooroorlogs leven van Joseph Nassy
In de Weidestraat in Paramaribo, Suriname, wordt op 19 januari 1904 Joseph Johan Cosmo Nassy geboren. Zijn ouders, Elisabeth Carolina Natalia de Maesschalck en Adolf Philippus Nassy, die van Sefardisch-joodse afkomst was, hebben dan al zes kinderen en na hem volgen er nog twee. Vader Nassy heeft een handelsfirma: Suriname Trading Co. Hij vertrekt in 1918 naar New York en neemt Joseph en twee broers mee.
In New York gaat Joseph naar de Erasmus Hall middelbare school. Vervolgens rondt hij in 1926 de opleiding in industriële elektrotechniek af. Een aantal jaar later, in 1929, vraagt hij een Amerikaans paspoort aan onder de naam Josef Nassy. Hierin verklaart hij dat hij in 1899 geboren is in San Francisco én vult hij in dat zijn vader daar ook geboren is. Deze strategie wordt vaker toegepast om Amerikaans burgerschap te verkrijgen: alle geboortecertificaten zijn daar door een aardbeving in 1906 verloren gegaan. Het plan slaagt: met een Amerikaans paspoort op zak reist Nassy af naar Europa om te gaan werken voor de Melotone Corporation.
Portretschilder in België
Als geluidstechnicus reist hij van Engeland naar Frankrijk en uiteindelijk naar België. In Brussel, waar hij woont, ontwikkelt Josef Nassy zich tot kunstschilder. Van 1938 tot 1940 studeert hij daar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Hij trouwt vlak voor de Tweede Wereldoorlog uitbreekt met de Belgische Rosine van Aerschot in april 1939.
Wanneer de oorlog uitbreekt in 1940, wordt hij in eerste instantie door de bezetter met rust gelaten: hij bezit een Amerikaans paspoort. Op dat moment zijn de Verenigde Staten nog niet betrokken bij de oorlog. Dit verandert na de aanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor in december 1941, waarna het land de oorlog aan Japan en Duitsland verklaart.
De Aanval op Pearl Harbor was de Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor. Deze aanval op 7 december 1941 bracht Amerika in de Tweede Wereldoorlog.
Meer over Aanval Pearl HarborGeïnterneerd in krijgsgevangenenkampen
De inmenging van Amerika in de oorlog verandert ook de positie van Josef Nassy. Hij wordt op 14 april 1942 gearresteerd omdat hij een ‘vijandige vreemdeling’ is. Hij wordt eerst geïnterneerd in Kamp van Beverloo in België en na zeven maanden overgebracht naar Duitsland. Daar wordt hij afwisselend gevangengehouden in de interneringskampen Ilag VIIh in Laufen en het buitenkamp Ilag VII-Z in Tittmoning, Beieren.
Oflag VII-CZ was een subkamp van Oflag VII-CH en was gevestigd in het kasteel in Tittmoning, Duitsland. Dit kamp voor officieren (Offizierlager) werd in februari 1941 in het kasteel geopend als VII-D. In 1942 werden de gevangenen overgebracht naar kamp VII-B en werd het kasteel gebruikt als interneringskamp. In mei 1945 werd het kamp bevrijd.
Meer over Oflag VII-CZDeze interneringskampen vallen onder de bescherming van de Derde Geneefse Conventie. Dit betekent dat de geallieerde burgerkrijgsgevangenen toegang hebben tot voedselpakketten van het Rode Kruis en tot vrijetijdsartikelen (sportuitrusting, boeken, muziekinstrumenten en kunstbenodigdheden) via zowel het Rode Kruis als de hulporganisatie YMCA (Young Men's Christian Association). Die laatste partij levert Nassy materiaal om te kunnen schilderen en tekenen.
Voor Nassy’s oorlogservaring blijkt de vervalsing van zijn staatsburgerschap cruciaal. Gedurende de hele oorlog blijft hij aangezien worden als Afro-Amerikaan, en niet als een Nederlandse onderdaan van Afrikaanse en joodse afkomst. Dit heeft groot effect op het type kamp waarin hij gevangengezet wordt. De omstandigheden in de interneringskampen waar hij de oorlog doorbrengt zijn niet gemakkelijk, maar veel beter dan in de concentratiekampen en er is geen dwangarbeid.
De Geneefse Conventie of Conventies is de verzamelnaam voor de verdragen die van 1864 tot 1949 zijn geformuleerd in Genève en die, als onderdeel van het internationaal humanitair recht, de rechtsregels bepalen ten tijde van een gewapend conflict.
Meer over Geneefse ConventieSchilderen en tekenen in het kamp
Van november 1942 tot mei 1945 maakt Nassy in de twee kampen meer dan tweehonderd schilderijen en tekeningen, met name over het dagelijks leven in het kamp. In het kamp zitten nog zestien andere zwarte gevangenen, die vaak voorkomen in Nassy’s kunstwerken. Zijn werken geven een bijzondere inkijk in het leven van deze zwarte krijgsgevangenen.
Hoewel de omstandigheden dus beter zijn dan in andere kampen, tonen de tekeningen en schilderijen hoe zwaar de gevangenen het fysiek en psychisch hebben in de krijgsgevangenenkampen. Op zijn grimmige zwart-wittekeningen, met name de portretten, zien we hen bezorgd, moe en geïsoleerd afgebeeld. De gevangenen worden vaak afgebeeld als verlaten, eenzame figuren. In verschillende werken, zowel die in inkt als in olieverf, staren gevangenen door prikkeldraad naar de weidse maar onbereikbare uitgestrektheid van het Beierse platteland, met de iconische wachttoren die boven hen opdoemt.
Een ander belangrijk aspect van Nassy’s werk is het tonen van zijn mede-geïnterneerden van kleur. Hun aanwezigheid in krijgsgevangenenkampen, maar ook in vernietigingskampen is nagenoeg vergeten. Er komt nu wel steeds meer aandacht voor. De bekendste verzetsheld van kleur, Anton de Kom, verbleef bijvoorbeeld in Kamp Neuengamme.
Anton de Kom (Paramaribo, 22 februari 1898 – Sandbostel, 24 of 29 april 1945) was een Surinaams anti-koloniale schrijver, nationalist en verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Kom sloot zich aan bij het communistisch verzet en schreef artikelen voor de communistische-verzetsbladen De Vonk en het Revolutionair Socialistische blad. Hij werd op 7 augustus 1944 gearresteerd. Op 24 april of 29 april 1945 overleed De Kom aan tuberculose in Stalag XB Sandbostel, een buitenkamp van Neuengamme. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Cornelis Gerhard Anton de KomTegen de overheersing
Op 22 februari 2023 was het 125 jaar geleden dat Anton de Kom werd geboren in Paramaribo, Suriname. De antikoloniale activist en schrijver van Wij slaven van Suriname was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Vlak voor de bevrijding kwam hij aan zijn einde in Kamp Neuengamme. De Kom is wellicht de bekendste, maar zeker niet de enige verzetsstrijder met een koloniale achtergrond. Cijfers over verzet zijn vanwege het geheime karakter moeilijk te verzamelen, maar wel staat vast dat mensen uit de koloniën zeer actief waren in het Nederlandse verzet. Zij kwamen uit Nederlands-Indië/Indonesië, het Caribisch gebied en Suriname en streden tegen de Duitse overheersing van hun koloniale overheerser. Ter gelegenheid van 125 jaar Anton de Kom besteedt Netwerk Oorlogsbronnen dit jaar aandacht aan verzetsstrijders met een koloniale achtergrond. Wie waren zij en wat waren hun beweegredenen?
Migranten uit de Nederlandse koloniën waren actief in het Nederlandse verzet. Zij streden tegen de Duitse overheersing van hun koloniale overheerser. Deze verzetsstrijders met een koloniale achtergrond staan centraal in het Oorlogsbronnen-initiatief ‘Tegen de Overheersing’. Door middel van artikelen en het optimaliseren van data worden hun verhalen belicht.
Meer over Verzetsstrijders met koloniale achtergrondIn een van Nassy’s meest complexe composities portretteert hij negen zwarte gevangenen in hun krappe barakken in Tittmoning in 1943. Er is veel te zien op dit schilderij: activiteiten als muziek maken en het bereiden van eten. Het schilderij suggereert een van de uitdagingen voor de gevangenen ook het doden van de tijd is: twee gevangenen liggen op hun bed en een figuur op de voorgrond van het schilderij kijkt de toeschouwer recht aan. Met zijn hoofd schuin naar één kant lijkt hij te berusten in zijn lot.
Op dit schilderij zien we ook een zelfportret van Nassy: hij zit achter een ezel in de linkerbovenhoek. Hier kiest Nassy ervoor om zichzelf als onderdeel van deze groep zwarte gevangenen af te beelden. De compositie suggereert de psychologische, emotionele en politieke relaties die tussen de gevangenen zijn gesmeed door de hachelijke omstandigheden van hun internering.
Naoorlogse leven van Nassy
Josef Nassy keert niet direct na de bevrijding terug naar België. Ten dele komt dit door de trage bureaucratie, maar het lijkt er ook op dat hij ernaar streeft zijn werken bij elkaar te houden. Uiteindelijk verkrijgt hij een verklaring dat het schildersmateriaal privébezit is dat hij ontving van de YMCA, waarmee de werken ook als privébezit aangemerkt kunnen worden.
Zo lukt het Josef Nassy zijn grote collectie van kunstwerken uit het kamp mee terug te nemen naar België. Daar worden zij meteen in 1946 tentoongesteld.
Verdere reis van de collectie
Na Nassy’s overlijden in 1976 wordt zijn verzameling werken uit de kampen gekocht door de Belgische Holocaust-overlever Severin Wunderman. Hij schenkt de collectie in 1991 aan het United States Holocaust Memorial Museum in Washington DC, de Verenigde Staten.
Over de auteur
Rosa de Jong promoveert aan de Universiteit van Amsterdam en is gastonderzoeker bij het KITLV en NIOD. Zij onderzoekt vluchtelingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland via verschillende Europese landen naar de Caraïben zijn gevlucht.
Sarah Phillips Casteel is hoogleraar Engels aan de Carleton University, waar zij zowel verbonden is aan het Institute of African Studies als het Institute for Comparative Studies in Literature, Art and Culture. Haar aanstaande boek Black Lives Under Nazism: Making History Visible in Literature and Art (uitgegeven door Columbia University Press) bespreekt onder andere de Nassy collectie.