Rode Polder, 1628-1978

De polder ontstond in 1628 door een fusie van acht kleine poldertjes. Op de kaart van Rijnland uit 1647 wordt de polder West Laege Lants polder genoemd, maar de molen heet Roo Mole. In de oudste nog aanwezige polderrekening (1654) heet de polder Roomolepolder. In de 17de en de 18de eeuw komen naast de benaming Westlagelandse polder ook de namen Roomolenpolder of Rode polder voor, maar begin 19de eeuw werd laatstgenoemde naam de enige officiële naam van de polder. De polder werd omsloten door boezemwater, in het noorden de Stingsloot, in het oosten de Zuidzijder Vaart, in het zuiden de Vaarsloot en in het westen de Hofdijksloot en de Stroomsloot. Het zuidelijke gedeelte van de polder maakte deel uit van het ambacht Esselijkerwoude, het noordelijke gedeelte behoorde deels tot Alkemade, deels tot het gebied de Vrouwen Ven, dat in 1566 van Alkemade was afgesplitst en verenigd was met het ambacht Rijnsburg. In 1817 werd dit gebied weer met Alkemade herenigd. Voortaan behoorde iets meer dan de helft van de polder tot de gemeente Alkemade, de rest tot de gemeente Woubrugge, het voormalige Esselijkerwoude. In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder op 1 januari 1979 opgeheven en opgenomen in het nieuw gevormde waterschap De Oude Veenen.