De dikke steen

De dikke steen met veldwachter. Aan de Rijssenseweg in Holten staat naast bet nu verlaten pen- sion „De dikke steen”, in de tuin een dikke kei. Het monster moet ongeveer 15.000 kilogram we- gen en heeft daar vanaf 15 febru- ari 1928 op een bij de plaatsing gescheurd platform gestaan. Nu wemelt het in onze omgeving van op ereplaatsen neergelegde dikke keien, maar de gewelde- naar bij dat pension heeft wat het opgraven cn vervoer betreft, een bijzondere geschiedenis. Het is een stille getuige van een bijna 55 jaar geleden door heel Holten meebeleefde gebeurtenis. De dikke steen werd tijdens de eer- ste wereldoorlog door loopgra- ven makende soldaten ontdekt. Marinus Wansink die een café had aan de Rijssenseweg, werd er in 1926 op geattendeerd door burgemeester v.d. Borch van Verwolde van Holten, die eerder al geprobeerd had de kei naar het centrum van zijn dorp te laten slepen. De raad keurde het voorstel wegens de hoge kosten echter af. De burgemeester stelde Wansink voor zijn café uit te bouwen tot een pension en het dan Hotel „De dikke steen” te noemen, na de kei uit het Twenhaarsveld bij zijn etablissement te hebben geplaatst. Het bleek echter niet zo eenvoudig de kei ter plaatse te krijgen. In 1926 werd een poging gewaagd met behulp van twee olifanten. Ze waren afkomstig van het circus Hagenbeek dat toen voorstellingen gaf in Deventer. De dompteur liet de dieren overnachten op de deel van een boerderij, waar ze een zolderluik forceerden en de hele voorraad hooi van de boer opvraten. Wansink vergoedde de schade. De volgende dag wierpen de dieren, bij een poging de kei uit het gat te slepen zich telkens met zo’n gruwelijk geweld in de touwen, dat die braken. Ze bleken niet genegen hun geweldige kracht met soepeler maatgevoel aan te wen- den. In de winter van 1927-1928 nam Wansink een krachtpatser uit Zutphen in de arm. Een zekere Pieckniek, bokser en wielrenner, die met hulp van zijn beide zoons met takels en spoorbielzen de kei uit het gat omhoog bracht en op een ketelwagen wist te deponeren. Op 15 februari 1928 riep de dorpsomroeper de hele bevolking van Holten op, voor een glas bier Wansink te komen helpen met het vervoer van de kei naar zijn pension. De scholen gingen dicht, de spoorbomen - ook de boeren die er onderdoor wilden, moesten ze zelf maar even omhoog draaien - en honderden Holtenaren maakten er samen een feestdag van. In een lange rij trokken ze de kei naar de plaats van bestemming, waar bij plaatsing het platform scheurde, maar ook kon worden hersteld.