Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers
Tot 1940 was de Koninklijke Marechaussee verantwoordelijk voor het toezicht op het vreemdelingenbeleid. Dat reikte van het verlenen en verlengen van visa (het Rijkspaspoortenkantoor) en de grensbewaking tot de registratie en het toezicht op vreemdelingen (de Vreemdelingendienst). In de oorlog gaven de Duitse bezettingsautoriteiten vorm aan het beleid. Ook namen zij delen van de uitvoering over, zoals de grensbewaking aan de Nederlands-Duitse grens. De Nederlandse instanties bleven evenwel bestaan en hun taken uitvoeren. Het archief bevat stukken over allerlei aspecten van het beleid: correspondentie, jaarverslagen, stukken betreffende de organisatie, financiële stukken, personeelsbeleid en stukken betreffende de taakuitvoering. Dat laatste betreft de regelgeving, inlichtingrapporten over (groepen) vreemdelingen, lokale politierapporten over vreemdelingen, grensbewaking, correspondentie met gemeentes over de uitvoering van het beleid, grensincidenten, uitzetting van vreemdelingen, toezicht in de zeehavens, de doorlating van vreemdelingen, mensensmokkel, illegaal verblijf, vervalsing van reis- en verblijfsdocumenten, illegale activiteiten van vreemdelingen (crimineel, politiek, spionage) en internering (met stukken over onder meer de kampen Hoek van Holland, Hoorn, Middelburg, Schoorl, Sluis, Vlieland, Westerbork (inclusief de oorlogsperiode), Wieringermeer, Zeeburg en het naoorlogse kamp Mariënbosch). Specifieke groepen waarmee men te maken kreeg waren vluchtelingen die hadden gevochten in de Burgeroorlog in Spanje, Chinese en Russische scheepsarbeiders, Duitse en Oostenrijkse (joodse) vluchtelingen uit het Derde Rijk, Duitse deserteurs, zigeuners en minderjarige vreemdelingen. Het archief bevat een groot aantal persoonsdossiers (o.m. visa, verblijfsvergunningen en Nansenpaspoorten).
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: J25549
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer