Commissie voor Aangehouden Lading / Netherlands Shipping and Trading Committee (COVAL / NSTC)
Op 26 oktober 1939 werd door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering, handel, scheepvaart, verzekeringswezen en industrie de Commissie voor Aangehouden Lading (COVAL) opgericht, onder voorzitterschap van G.H. Crone. De Commissie kreeg als taak om de Nederlandse belangen te behartigen als Nederlandse lading en schepen door oorlogsomstandigheden in het buitenland waren aangehouden. Na de bezetting bleef de COVAL doorwerken, maar hun werk richtte zich exclusief op het Europese continent. Na de bevrijding kreeg de COVAL de taak om wereldwijd de resterende zaken, inclusief de liquidatie van de Netherlands Shipping and Trading Committee (NSTC), af te handelen. Op 10 mei 1940 machtige minister M.P.L. Steenberghe de Nederlandse gezant in Londen tot uitvoering van de Zeeschepenvorderingswet en de Wet Behoud Scheepsruimte (beide van 24 juni 1939). Deze wetten gaven de Nederlandse regering de bevoegdheid de koopvaardijvloot te vorderen. De gezant stelde op 12 mei een adviescommissie in onder voorzitterschap van de reder D. Hudig. Deze commissie werd op 22 mei, onder de naam, NSTC, de beheerster van dat deel van de koopvaardijvloot, waarvan de eigenaren in bezet Nederland verbleven. Geleidelijk ontwikkelde de NSTC zich de facto tot een staatsrederij die nagenoeg de hele Nederlandse koopvaardijvloot (bijna 400 zeeschepen) beheerde en circa 14.000 man varend personeel en 1000 administratieve medewerkers op kantoren in Londen, New York, Sydney, Curcaçao, Calcutta, Durban, Lagos en Buenos Aires in dienst had. Het archief bevat ook archivalia van J.A. Thoenes (vice-voorzitter van de Short Sea and Coastal Section) en van Mac Fisheries Ltd. en Bloomfield Ltd. die informatie bevatten over het beheer van de Nederlandse visserschepen die in mei 1940 naar Engeland waren overgestoken.
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: E28311
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer