Dagboek Mei 1940 - November 1944 (computeruitdraai)
De auteur, moeder van 4 jonge kinderen, woont in Oostburg als de oorlog uitbreekt. Haar echtgenoot is dominee. Met steun van Belgen en Fransen wordt daar tot half juni doorgevochten. Ze schuilen eerst in de kelder, maar vluchten later naar een boerderij buiten het dorp. Ze keren 22 mei 1940 terug. Er is geen radio, krant, post of telefoon en ze leven op geruchten. In juni krijgen ze, na Franse, nu Duitse inkwartiering. In 1940, 1941 en 1942 gaan ze nog op vakantie. November 1942 is alles op de bon. De school voor de kinderen is nu in de als een fort versterkte HBS gehuisvest. Haar oudste dochter rooit aardappelen. Telefoneren is onmogelijk, overal zijn Spergebieten, maar reizen is nog mogelijk. In maart 1943 moeten de Nederlanders naar Duitsland om te werken en worden de klokken van de kerk weggehaald. In mei 1943 ruilt ze kleren voor voedsel en moet de radio ingeleverd worden. Er zijn stakingen. Het nieuwe dienstmeisje zegt op. Ze citeert de invasie, 6 juni 1944, uit het dagboek van haar dochter. Er worden dan pannenkoeken gegeten. Haar echtgenoot moet in verschillende steden in de buurt preken. In juli-augustus 1944 worden ouders in Santpoort bezocht. Het distributiekantoor van Oostburg wordt in augustus 1944 overvallen. Zaterdag 2 september zijn de Engelsen niet ver meer van de grens. Haar echtgenoot viert zijn 5 jarige jubileum als dominee in Oostburg met een mooie kerkdienst en veel bloemen. Fietsen worden gevorderd. Duitsers vertrekken. Het is een heen en weer gerij van Duitse vrachtauto's. Er wordt veel geschoten en gevlogen. Breskens wordt gebombardeerd en er zijn veel slachtoffers. Er komen veel evacués uit omringende plaatsen. Nu vallen er ook bommen op Oostburg, die branden en vernielingen veroorzaken. Er wordt hevig gevochten. Walcheren loopt na een bombardement op de dijk onder water. Er komen veel jagers over. In oktober 1944 vliegen de granaten in het dorp in het rond, de ramen springen uit hun huis en in de tuin gaan bomen om. De kinderen slapen in de kelder. Ze verhuizen weer naar de boerderij buiten het dorp. Ze horen daar dat het ziekenhuis van Oostburg wordt getroffen waarbij veel doden en gewonden vallen. Zij voelen zich veilig. Na een tweede bombardement van Oostburg horen ze van vluchtelingen op de boerderij, dat hun huis nog overeind staat. Er is bijna niets meer te eten. Nog steeds wordt er gevochten. Als de Canadezen er eindelijk zijn, willen ze naar huis. Via allerlei omwegen komen ze eerst in de pastorie van Hulst. Daarna wonen ze vanaf eind november 1944 met de kinderen in Retranchement, aangezien hun eigen huis nu onbewoonbaar is geworden. Haar echtgenoot gaat geregeld naar Oostburg. Ze vieren Kerst en Oudjaar in vrijheid, maar nog niet thuis. 13 Maart 1945 komt de koningin op bezoek in Oostburg. Eind maart is er weer elektra. 4 Mei 1945 komt het blijde bericht dat de Duitsers in Holland de capitulatie getekend hebben.
- mw.J.W.Oort-de Groot
- Oorlogsdagboeken
- Geheugen van Nederland
- Dagboek
- EVDO01:NIOD08_244-1531
- dagboeken
- oorlogsdagboeken
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer