Inventarissen

Betreffende de Stichting voor Oergodsdienstgeschiedenis: De "Stichting voor Oergodsdienstgeschiedenis" werd te Utrecht opgericht op 2 juni 1949 door prof. dr. Herman Felix Wirth Roeper Bosch en dr. Arian de Goede. Het bestuur bestond uit Wirth Roeper Bosch als voorzitter en De Goede als secretaris. Blijkens de akte van stichting had zij verschillende doelen: het inrichten en exploiteren van een museum waar de door de stichting verzamelde collecties konden worden tentoongesteld; het uitgeven van wetenschappelijke studies op het doelgebied van de stichting; het bevorderen van de bekendheid van het begrip oergodsdienstgeschiedenis, ondermeer door educatieve activiteiten op scholen. Betreffende het maegskip "De Goede": Reeds Gerardus Johannes de Goede besteedde aandacht aan de afstamming van de familie De Goede, gedeeltelijk samen met zijn zoon Arian, die dit na de dood van zijn vader alleen voortzette. Kort na de oorlog kwam hij tot de oprichting van het Maegskip de Goede. Doel was de geschiedenis van de familie zo uitgebreid mogelijk te beschrijven en contact te leggen tussen de verschillende leden van de familie, waartoe onder meer bijeenkomsten georganiseerd werden en een maandblad werd uitgegeven. Na het vertrek van De Goede naar Indonesië bleef van het Maegskip weinig over. Betreffende de uitgevers-maatschappij "Fas Frisiae" c.v: In de loop van zijn carrière bemerkte Arian de Goede hoeveel moeilijkheden het kan opleveren manuscripten, en dan speciaal manuscripten op specialistisch gebied, uitgegeven te krijgen. Betreffende de familie De Goede en aanverwanten: De familie De Goede behoort vanouds tot de oude Noord-Hollandse boerenfamilies en vond haar bestaan dan ook in de meeste gevallen in de veeteelt en de nauw verbonden veehandel. Oorspronkelijk was de familie gevestigd in de omgeving van de Schermer, maar met Arian de Goede (1766-1842) komt de familie in de omgeving van de Beemster en de Purmer, in welke streken zij, evenals de aan hen verwante families, gedurende de gehele 19e en een deel van de 20e eeuw een vrij aanzienlijke positie bekleedde. Betreffende de vereeniging de West-Frieze-Styk: In 1932 werd te Enkhuizen deze vereniging opgericht. Eén van de oprichters was Arian de Goede, die ook voorzitter werd. Doel van de "styk" (een oud West-Fries woord voor vereniging) was in het algemeen bescherming van de West-Friese cultuur, folklore en taal, het (doen) bestuderen van de geschiedenis van West-Friesland en het leggen van contacten tussen geïnteresseerden. Onder invloed van De Goede werd het grondgebied van West-Friesland nogal ruim genomen, in feite heel Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Behalve het uitgeven van een tijdschrift, aanvankelijk "Fertelsels fan de Styk Spain" en later "De Westfries" geheten, werd ook gedurende een aantal jaren een "Westfriesch Jaarboek" uitgegeven. Zowel in het tijdschrift als in het jaarboek werden de obligate artikelen over historische, folkloristische en taalkundige onderwerpen gepubliceerd. Daarnaast werden in diverse kranten propagandarubrieken geredigeerd en ook verschillende boeken uitgegeven, o.a. een grammatica van het West-Fries. Lotgevallen en inventarisatie van het archief: Na de dood prof.mr.dr. Arian de Goede in 1957 werden zijn verschillende collecties door zijn weduwe afgestoten. Zijn omvangrijke bibliotheek werd gedeeltelijk verkocht, een collectie schilderijen werd in bruikleen gegeven aan het West-Fries museum te Hoorn. De archivalia werden verdeeld over twee instellingen, een klein deel, betrekking hebbend op de (West-)Friese taal, uiteindelijk naar de Fryske Akademy te Leeuwarden, de rest naar het Noord-Holland Archief te Haarlem. Nadat het archief globaal doorgenomen was, werd het beschouwd als een archief van G.J. de Goede en prof.mr.dr. A. de Goede, waarin zich vele stukken bevonden met betrekking tot de geschiedenis van Noord-Holland. Tijdens de inventarisatie bleek al heel snel dat het archief meer bevatte. Behalve het familiearchief De Goede bleken in deze collectie ook een aantal (fragment-)archieven te berusten van verschillende Noord-Hollandse instellingen. Deze archieven waren in het bezit van de familie De Goede gekomen of G.J. de Goede of zijn zoon prof. De Goede betrokken waren bij het bestuur van de betreffende instelling. Deze archieven werden gedeeltelijk beschreven in deze inventaris en gedeeltelijk overgedragen aan andere archieven in Noord-Holland (zie bijlage). In het archief werd nauwelijks meer oude ordening aangetroffen. Weliswaar waren er sporen van een ordening uit de tijd van G.J. de Goede en uit de tijd van zijn zoon Arian, maar geen van beide besloeg de gehele collectie en soms waren zij tegengesteld aan elkaar.