Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken te Haarlem

De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken: In de gemeenteraadsvergadering van 17 maart 1852 te Haarlem, werd mededeling gedaan dat als gevolg van een Koninklijk Besluit in Haarlem een Kamer van Koophandel en Fabrijken zou worden gevestigd. Uit dit besluit bleek voorts dat de nieuwe Kamer met ingang van 1 juni 1852 in werking zou treden. Op 30 april vond de eerste verkiezing plaats van de leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem. Op 1 juni werden de leden door de burgemeester geïnstalleerd en kozen de leden uit hun midden een voorzitter en een secretaris. Tot eerste voorzitter van de Kamer werd jhr. J.L. Quarles van Ufford gekozen. Bij de Wet op de Kamers van Koophandel van 26 maart 1920 werd bepaald dat de Kamers voortaan een meer regionale functie zouden hebben. Het ressort van de Haarlemse Kamer zou de volgende gemeenten omvatten: Aalsmeer, Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hillegom, Lisse, Schoten, Spaarndam, Velsen, Wijk aan Zee en Zandvoort. De oude Kamer hield op 28 maart 1922 zijn laatste vergadering en op 4 april werd de nieuwe geïnstalleerd. In de eerste vergadering werd het reglement van orde vastgesteld. Bijlagen: Lijst van geraadpleegde literatuur: Bakker, C.W.B., Inventaris van het archief van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Twente en Salland, District Hengelo Ov., 1922- 1986. Hengelo Ov., 1995. Geschiedenis van de Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland: Het archief en de verantwoording van de inventarisatie: De secretariaatsarchieven en de dossiers van het Handelsregister vormen de kern van de archieven van de Kamers. Zij bevatten een geweldige hoeveelheid informatie over belangrijke sociaal-economische en infrastructurele onderwerpen, over de positie en ontwikkeling van het Haarlemse bedrijfsleven en over de bedrijven zelf. De kern van de secretariaatsarchieven wordt gevormd door de series notulen van de leden-, commissie- en bestuursvergaderingen, alsmede de zeer uitvoerige jaarverslagen. Beide series geven een goed inzicht in de organisatie en werkzaamheden van de Kamers en hun maatschappelijke positie.