Stukken over diverse onderwerpen waaronder vragen van het kamerlid De Visser aangaande het vervoer in juli 1939, met een hem onbekende bestemming, van joodse vluchtelingen op het schip "Dora", dat volgens De Visser onvoldoende accomodatie voor dit doel zou hebben bezeten; met een (concept) antwoord naar aanleiding hiervan door de minister van Justitie gezonden aan zijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken. Voorts een notariële verklaring van R. de Jong-Leuvenberg over de indruk die men tijdens de bezetting in Nederland had van het leven in de Duitse concentratiekampen voor joden en een brief van mr. A. Herzberg aangaande een door Cohen afgelegde getuigenverklaring tijdens het proces-Lages (betrekking hebbend op het bezoek van Göring, in september 1940 aan de diamantslijperij van A. Asscher te Amsterdam) en over een vermeende aankoop van diamant door de Duitsers via de firma Asscher in 1944, 12 december 1938 - 23 maart 1949.

Archief 181j: Cohen, prof.dr. D.