Johan L.van Soest: Dagboek
De auteur woont na evacuatie uit Den Haag met zijn gezin in Wassenaar. Het is de laatste oorlogswinter. Hij praat voortdurend over eten. Men verzamelt op de fiets of lopend met de kinderwagen voedsel (bonen, aardappels, suikerbieten, boter en vlees) bij boeren in de omgeving. Verder leeft men op bonnen en op de gaarkeuken. De mensen zijn moe, ziek en gauw geirriteerd. Af en toe bezoekt hij zijn werk in Den Haag (hij is bioloog op een laboratorium), waar hij het eten kookt. Na verloop is er alleen nog brood op de bon te krijgen, het overige voedsel moet duur betaald worden (hij verkoopt zijn kostbare postzegelcollectie) of geruild worden tegen goederen. Er is vaak alarm, neerkomende V2's en bommen die mensen en huizen treffen. Het gezin eet tulpenbollen en suikerbieten, voedzaam en zoet. Er wordt veel gefantaseerd met het eten, men deelt en ruilt. De oven zorgt voor verwarming, ze gaan vroeg naar bed en staan laat op. Eind januari 1945 wordt Den Haag bedekt door een laag sneeuw, mooi om te zien, maar het gaat steeds harder vriezen en sneeuwstormen. In februari is er razzia in Den Haag. Hij verzamelt brandnetels, zuring, paardebloemen en molsla om te eten. Met veel smaak eet men van het Zweeds wittebrood. Dan beginnen tot zijn vreugde de voorjaarsbloemen te bloeien. Er is weer groente te koop en de gaarkeuken wordt beter. Hij blijft nog paddestoelen (morieljes) eten. De frontberichten, die hen ondanks alles (er is geen krant) bereiken, worden voor het oosten van het land steeds beter. Eind april zijn er voedseldroppings. Hijzelf heeft ondertussen geelzucht gekregen. 5 Mei 1945 kan de Nederlandse vlag uit en vieren ze bij hen thuis met een grote groep vrienden de bevrijding. Ze eten o.a. oliebollen, kersentaart, echte koffie en ansjovispasta en drinken zelfs champagne. De auteur woont na evacuatie uit Den Haag met zijn gezin in Wassenaar. Het is de laatste oorlogswinter. Hij praat voortdurend over eten. Men verzamelt op de fiets of lopend met de kinderwagen voedsel (bonen, aardappels, suikerbieten, boter en vlees) bij boeren in de omgeving. Verder leeft men op bonnen en op de gaarkeuken. De mensen zijn moe, ziek en gauw geirriteerd. Af en toe bezoekt hij zijn werk in Den Haag (hij is bioloog op een laboratorium), waar hij het eten kookt. Na verloop is er alleen nog brood op de bon te krijgen, het overige voedsel moet duur betaald worden (hij verkoopt zijn kostbare postzegelcollectie) of geruild worden tegen goederen. Er is vaak alarm, neerkomende V2's en bommen die mensen en huizen treffen. Het gezin eet tulpenbollen en suikerbieten, voedzaam en zoet. Er wordt veel gefantaseerd met het eten, men deelt en ruilt. De oven zorgt voor verwarming, ze gaan vroeg naar bed en staan laat op. Eind januari 1945 wordt Den Haag bedekt door een laag sneeuw, mooi om te zien, maar het gaat steeds harder vriezen en sneeuwstormen. In februari is er razzia in Den Haag. Hij verzamelt brandnetels, zuring, paardebloemen en molsla om te eten. Met veel smaak eet men van het Zweeds wittebrood. Dan beginnen tot zijn vreugde de voorjaarsbloemen te bloeien. Er is weer groente te koop en de gaarkeuken wordt beter. Hij blijft nog paddestoelen (morieljes) eten. De frontberichten, die hen ondanks alles (er is geen krant) bereiken, worden voor het oosten van het land steeds beter. Eind april zijn er voedseldroppings. Hijzelf heeft ondertussen geelzucht gekregen. 5 Mei 1945 kan de Nederlandse vlag uit en vieren ze bij hen thuis met een grote groep vrienden de bevrijding. Ze eten o.a. oliebollen, kersentaart, echte koffie en ansjovispasta en drinken zelfs champagne. geen
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- dagboek (handgeschreven tekst in cahier)
- 1265
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer