Maria Dyverman - van Dongen: Journaal
De auteur is zuster in de Diakonesseninrichting Bronovo in Den Haag. Op verzoek van de inrichting gaat ze in de winter 1944/1945 naar de IJssellinie om mensen die graafwerk verrichten bij te staan. Ze fietst ernaar toe samen met drie andere zusters. Naast haar eigen belevenissen vertelt ze over wat de anderen meemaken. Ze zien elkaar regelmatig in verschillende steden. De eerste spitters ontmoeten ze in Doesburg. Deze komen uit Utrecht, Apeldoorn of Rotterdam. In de omgeving zetten de zusters verbandposten op, gaan langs EHBO-posten, ziekenhuizen en tot ziekenhuis omgebouwde scholen. Ze delen kleren uit, verbinden ledematen, horen klachten aan over de gegeven hulp en lezen de zieken stukjes uit de bijbel voor. Verder doen ze boodschappen, zorgen voor extra voedsel, verbandmiddelen en zalf. Overal waar ze komen worden ze vriendelijk ontvangen en krijgen ze goed onderdak. Ze worden gehuisvest bij de dominee, de burgemeester of de dokter van het dorp en ze bezoeken in veel plaatsen de kerk. Hun fietstochten gaan vaak door de sneeuw. In sommige onderkomens liggen de zieken op stro, in andere in keurig verzorgde kamers. Er zijn ook evacué's uit Limburg. Een korte tijd werkt ze in Duitsland. In het Bonifaciusklooster in 's Heerenberg wordt een hospitaal opgezet voor uit het werkkamp Rees teruggekeerde dwangarbeiders. Deze zijn er door de geleden honger en kou slecht aan toe. De gaarkeuken van Doetinchem zorgt voor eten. Op het laatst gaat ze uitgeput naar Dinxperlo en wacht daar op de bevrijding eind maart 1945. N.B. Het originele manuscript bevindt zich in het archief van de Ned. Hervormde Kerk De auteur is zuster in de Diakonesseninrichting Bronovo in Den Haag. Op verzoek van de inrichting gaat ze in de winter 1944/1945 naar de IJssellinie om mensen die graafwerk verrichten bij te staan. Ze fietst ernaar toe samen met drie andere zusters. Naast haar eigen belevenissen vertelt ze over wat de anderen meemaken. Ze zien elkaar regelmatig in verschillende steden. De eerste spitters ontmoeten ze in Doesburg. Deze komen uit Utrecht, Apeldoorn of Rotterdam. In de omgeving zetten de zusters verbandposten op, gaan langs EHBO-posten, ziekenhuizen en tot ziekenhuis omgebouwde scholen. Ze delen kleren uit, verbinden ledematen, horen klachten aan over de gegeven hulp en lezen de zieken stukjes uit de bijbel voor. Verder doen ze boodschappen, zorgen voor extra voedsel, verbandmiddelen en zalf. Overal waar ze komen worden ze vriendelijk ontvangen en krijgen ze goed onderdak. Ze worden gehuisvest bij de dominee, de burgemeester of de dokter van het dorp en ze bezoeken in veel plaatsen de kerk. Hun fietstochten gaan vaak door de sneeuw. In sommige onderkomens liggen de zieken op stro, in andere in keurig verzorgde kamers. Er zijn ook evacué's uit Limburg. Een korte tijd werkt ze in Duitsland. In het Bonifaciusklooster in 's Heerenberg wordt een hospitaal opgezet voor uit het werkkamp Rees teruggekeerde dwangarbeiders. Deze zijn er door de geleden honger en kou slecht aan toe. De gaarkeuken van Doetinchem zorgt voor eten. Op het laatst gaat ze uitgeput naar Dinxperlo en wacht daar op de bevrijding eind maart 1945. N.B. Het originele manuscript bevindt zich in het archief van de Ned. Hervormde Kerk
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek met bijlagen en kort verslag (uitdraai van de originele tekst)
- 1501
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer