Mw.J. Roos-van Rossem: De toestand in de Oorlogsjaren 1940 - 194-

De Amsterdamse auteur geeft een overzicht van gebeurtenissen sinds de Duitse inval in 1940. Ze noemt de Duitse voedselroof, de voedseldistributie en zwarte handel. Zijzelf kunnen nog melk en tarwe kopen, maar leven verder van bonnen. Er zijn gijzelaars en onderduikers op boerderijen en in de stad. Zelfs bij haar op school (waar ze werkt?) zijn razzia's. In de gevangenissen en concentratiekampen worden de pakketten door bewakers afgepakt. Ze citeert het gedicht "Jodenjacht" van Jan Campert. Ze ziet dat op de Rechtboomsloot joden worden weggehaald. Dan een verslag van de geallieerde invasie en de hoop, die daardoor ontstaat. In september 1944 heeft ze vrij van school omdat deze weer in beslag genomen is. Ze gaat op hongertocht met haar familie naar Noord-Holland. Ze geeft een uitgebreid verslag over hoe de Duitsers in september in de haven van Amsterdam-Noord grote vernielingen aanrichten (haar vader is dokmeester). Kranen worden opgeblazen en motoren vernield waardoor velen hun werk kwijt zijn. Ze somt op wanneer verschillende plekken aan de beurt zijn. Ook vertelt ze over het Amerikaanse bombardement juli 1943 op Amsterdam-Noord. Er is geen water, gas en licht meer. Ze maakt een tocht door het getroffen gebied en noemt de aangerichte vernielingen op. Een school en kerk zijn getroffen en er zijn veel doden en gewonden. Bij een tweede aanval, enkele dagen later worden de Fokkerfabrieken getroffen. Het blijft nog lang onrustig boven de stad. De Amsterdamse auteur geeft een overzicht van gebeurtenissen sinds de Duitse inval in 1940. Ze noemt de Duitse voedselroof, de voedseldistributie en zwarte handel. Zijzelf kunnen nog melk en tarwe kopen, maar leven verder van bonnen. Er zijn gijzelaars en onderduikers op boerderijen en in de stad. Zelfs bij haar op school (waar ze werkt?) zijn razzia's. In de gevangenissen en concentratiekampen worden de pakketten door bewakers afgepakt. Ze citeert het gedicht "Jodenjacht" van Jan Campert. Ze ziet dat op de Rechtboomsloot joden worden weggehaald. Dan een verslag van de geallieerde invasie en de hoop, die daardoor ontstaat. In september 1944 heeft ze vrij van school omdat deze weer in beslag genomen is. Ze gaat op hongertocht met haar familie naar Noord-Holland. Ze geeft een uitgebreid verslag over hoe de Duitsers in september in de haven van Amsterdam-Noord grote vernielingen aanrichten (haar vader is dokmeester). Kranen worden opgeblazen en motoren vernield waardoor velen hun werk kwijt zijn. Ze somt op wanneer verschillende plekken aan de beurt zijn. Ook vertelt ze over het Amerikaanse bombardement juli 1943 op Amsterdam-Noord. Er is geen water, gas en licht meer. Ze maakt een tocht door het getroffen gebied en noemt de aangerichte vernielingen op. Een school en kerk zijn getroffen en er zijn veel doden en gewonden. Bij een tweede aanval, enkele dagen later worden de Fokkerfabrieken getroffen. Het blijft nog lang onrustig boven de stad.