Jan van Hensbergen: Dagboek van Jan
De auteur, een jongeman, is getuige van de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem en Nijmegen. Hij schrijft over wat hij ziet en hoort. Overal komen parachutisten neer. Bunkers worden opgeblazen. Hij woont in Velp. Geruchten doen de ronde. Amsterdam zou bevrijd zijn. Uit Arnhem komen vluchtelingen en evacuees langs, maar ook Engelse krijgsgevangenen. Als de Duitsers bij hem op de deur bonzen om hem mee te nemen voor de arbeidsinzet, zegt hij dat hij ziek is. Begin oktober 1944 wordt bij een bombardement zijn eigen huis getroffen. 6 Oktober verhuist hij naar de kelder, daarna verschuilt hij zich met echtgenote en vrienden in een gebouw van de voetbalvereniging buiten de stad. De konijnen, die later opgegeten worden, gaan mee. Hij zaagt bomen voor de open haard. Er komen bekenden met eten langs, er blijft contact met de buitenwereld. Zelf gaan ze ook op voedsel uit. Hij schrijft naar zijn ouders en krijgt via via post terug. Sinterklaas, Oud en Nieuw en verjaardagen worden gevierd. Ze doen spelletjes. Hij laat zich inenten tegen tyfus. Midden december komen de eerste V1' s overvliegen. Als het gaat sneeuwen bouwen ze een sneeuwpop. Het rantsoen wordt verlaagd en het gaat steeds harder vriezen. Overal versieren ze eten. 7 februari 1945 's morgens vroeg wordt hun onderkomen door bommen getroffen en moeten ze weer verhuizen. Bij vrienden vinden ze onderdak. De was moet zonder zeep gedaan worden en met een dynamo maakt hij licht. Ze krijgen nieuwe bonnen. V1' s en vliegtuigen blijven overvliegen. Omdat hij de gemeente Velp helpt bij de brandstof voorziening krijgt hij hout. In maart 1945 krijgen ze meer rantsoen. Voor de moordaanslag op Rauter worden 117 mensen neergeschoten. Er zijn veel standrechtelijke fusillades. 19 Maart wordt hij opgepakt om de volgende dag voor de Duitsers te gaan werken. Hij meldt zich meteen ziek en wordt afgekeurd. Het gonst van de berichten over eventuele landingen. Dag en nacht blijven de vliegtuigen en V1's overvliegen. De auteur, een jongeman, is getuige van de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem en Nijmegen. Hij schrijft over wat hij ziet en hoort. Overal komen parachutisten neer. Bunkers worden opgeblazen. Hij woont in Velp. Geruchten doen de ronde. Amsterdam zou bevrijd zijn. Uit Arnhem komen vluchtelingen en evacuees langs, maar ook Engelse krijgsgevangenen. Als de Duitsers bij hem op de deur bonzen om hem mee te nemen voor de arbeidsinzet, zegt hij dat hij ziek is. Begin oktober 1944 wordt bij een bombardement zijn eigen huis getroffen. 6 Oktober verhuist hij naar de kelder, daarna verschuilt hij zich met echtgenote en vrienden in een gebouw van de voetbalvereniging buiten de stad. De konijnen, die later opgegeten worden, gaan mee. Hij zaagt bomen voor de open haard. Er komen bekenden met eten langs, er blijft contact met de buitenwereld. Zelf gaan ze ook op voedsel uit. Hij schrijft naar zijn ouders en krijgt via via post terug. Sinterklaas, Oud en Nieuw en verjaardagen worden gevierd. Ze doen spelletjes. Hij laat zich inenten tegen tyfus. Midden december komen de eerste V1' s overvliegen. Als het gaat sneeuwen bouwen ze een sneeuwpop. Het rantsoen wordt verlaagd en het gaat steeds harder vriezen. Overal versieren ze eten. 7 februari 1945 's morgens vroeg wordt hun onderkomen door bommen getroffen en moeten ze weer verhuizen. Bij vrienden vinden ze onderdak. De was moet zonder zeep gedaan worden en met een dynamo maakt hij licht. Ze krijgen nieuwe bonnen. V1' s en vliegtuigen blijven overvliegen. Omdat hij de gemeente Velp helpt bij de brandstof voorziening krijgt hij hout. In maart 1945 krijgen ze meer rantsoen. Voor de moordaanslag op Rauter worden 117 mensen neergeschoten. Er zijn veel standrechtelijke fusillades. 19 Maart wordt hij opgepakt om de volgende dag voor de Duitsers te gaan werken. Hij meldt zich meteen ziek en wordt afgekeurd. Het gonst van de berichten over eventuele landingen. Dag en nacht blijven de vliegtuigen en V1's overvliegen. Het dagboek is gelezen en uitgeprint door één van de kinderen van een vriend van zijn vader. Hij heeft het copyright voor de Verenigde Staten. Bij het vertalen heeft hij zijn moeder en de echtgenote van de auteur (Jan van Hensbergen) vragen gesteld. Met de antwoorden legt hij onduidelijkheden in de tekst uit en geeft hij soms commentaar.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (handgeschreven tekst op vellen papier (kopie) en computeruitdraai van oorspronkelijke Nederlandse tekst met daarbij een vertaling in het Engels.)
- 1668
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer