: Brief en verslag (typoscript (kopie))
De joodse auteur vertelt in zijn brief over zijn vlucht met zijn aanstaande echtgenote mevrouw Boon Hartsink, op de fiets in de stromende regen naar het zuiden van Nederland. Dit heeft zich in het begin van de oorlog afgespeeld. Een smokkelaar helpt hen. Als ze de Belgische grens over zijn, laten ze de fiets achter bij een klein stationnetje. Hier nemen ze de trein en gaan via Antwerpen naar Parijs. waar ze een adresje hebben. In Parijs is het rustig. Verder gaat het per trein naar Zuid-Frankrijk, waar ze enkele dagen in het zuiden in een hotelletje zitten. Bij alle grensovergangen worden ze geholpen door een passeur. Ze komen in Zwitserland aan, na bijna opgepakt te zijn. Zijn echtgenote wordt als politiek vluchteling goed behandeld, hijzelf heeft het als jood moeilijker. Na één nacht in Genève in een kazerne met goede behandeling, zitten ze een week in een smerig opvangkamp. Dan zijn ze vrij in Zwitserland, waar bijna alles te krijgen is. Hij vertelt hij over de situatie op het moment dat hij de brief schrijft, nu ze al een langere periode in Zwitserland zijn. "Legale" landgenoten" willen liever niet met hen omgaan. Op het gezantschap in Genève is een afdeling "vluchtelingen", die de mensen naar een werkkamp stuurt. Echtparen gaan naar een hotel in Montreux. Ze trouwen. Een groot deel van het geld dat hij met moeite uit Engeland krijgt, moet hij afstaan. Briefwisseling met het buitenland is moeilijk. Ze doen de grootste moeite om naar Palestina door te reizen, maar ondervinden veel tegenwerking. Ze proberen met internationale organisaties in contact te komen over terugkeer en opvang na de oorlog, maar deze werken langzaam. Wel raken ze zo op de hoogte van allerlei mogelijke terugkeer- en deportatievraagstukken. Ze volgen nu een cursus bij het leger, waarin ze leren ontsmetten en ontluizen, heel praktisch voor later in de praktijk. De joodse auteur vertelt in zijn brief over zijn vlucht met zijn aanstaande echtgenote mevrouw Boon Hartsink, op de fiets in de stromende regen naar het zuiden van Nederland. Dit heeft zich in het begin van de oorlog afgespeeld. Een smokkelaar helpt hen. Als ze de Belgische grens over zijn, laten ze de fiets achter bij een klein stationnetje. Hier nemen ze de trein en gaan via Antwerpen naar Parijs. waar ze een adresje hebben. In Parijs is het rustig. Verder gaat het per trein naar Zuid-Frankrijk, waar ze enkele dagen in het zuiden in een hotelletje zitten. Bij alle grensovergangen worden ze geholpen door een passeur. Ze komen in Zwitserland aan, na bijna opgepakt te zijn. Zijn echtgenote wordt als politiek vluchteling goed behandeld, hijzelf heeft het als jood moeilijker. Na één nacht in Genève in een kazerne met goede behandeling, zitten ze een week in een smerig opvangkamp. Dan zijn ze vrij in Zwitserland, waar bijna alles te krijgen is. Hij vertelt hij over de situatie op het moment dat hij de brief schrijft, nu ze al een langere periode in Zwitserland zijn. "Legale" landgenoten" willen liever niet met hen omgaan. Op het gezantschap in Genève is een afdeling "vluchtelingen", die de mensen naar een werkkamp stuurt. Echtparen gaan naar een hotel in Montreux. Ze trouwen. Een groot deel van het geld dat hij met moeite uit Engeland krijgt, moet hij afstaan. Briefwisseling met het buitenland is moeilijk. Ze doen de grootste moeite om naar Palestina door te reizen, maar ondervinden veel tegenwerking. Ze proberen met internationale organisaties in contact te komen over terugkeer en opvang na de oorlog, maar deze werken langzaam. Wel raken ze zo op de hoogte van allerlei mogelijke terugkeer- en deportatievraagstukken. Ze volgen nu een cursus bij het leger, waarin ze leren ontsmetten en ontluizen, heel praktisch voor later in de praktijk.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Brief en verslag (typoscript (kopie))
- 1715
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer