H.R. Juch: Herinneringen aan den gruwel der verwoesting over Rotterdam gekomen vanaf 10 Mei 1940.
Henri Riemert Juch woont met zijn echtgenote in de Rochussenstraat in Rotterdam. ‘Henk komt om 1 uur thuis en daar begint een vreeselijk bombardement,’ aldus Juch op dinsdag 14 mei 1940, de dag van het vernietigende Duitse bombardement op die stad. ‘Wij vluchten den kelder in. Kort bij ons stort met ontzettend geweld een groot flatgebouw in.’ Het bejaarde echtpaar blijft met hun dichtbij wonende kinderen en kleinkinderen ongedeerd. De volgende ochtend vroeg maakt Juch een ommetje door de stad: ‘Ik ga een eindje de Oldenbarneveldtstraat in. Daar staan ramen open, ingeslagen door de luchtdruk der bommen. Gordijnen hangen eruit te wapperen, even daarna lekken de vlammen naar buiten. Toen wij ’s avonds naar bed gingen was boven de ouwe stad nog een zee van vlammen. 15 mei: een dag van bloed, vuur en rookdamp!’ Naast de verschillende bombardementen op de stad maken ook de anti-Joodse maatregelen veel indruk op de christelijke Juch: ‘In café ‘Paviljoen’ hoek Binnenweg en Mathenesserlaan had men een bord opgehangen ,,Verboden voor Joden’’. Het hing er één dag: het publiek was er zóó over verontwaardigd, dat er bijna geen mensch meer in dat café kwam.’ In 1942, als de deportaties naar Polen in volle gang zijn, schrijft hij: ‘In de afgeloopen week zijn honderde joden naar Poolen vervoerd om te werken in de kwik en zilvermijnen.’ Datzelfde jaar wordt zijn zoon om onduidelijke redenen gearresteerd: ‘’s Avonds om 5 1/2 uur werd Jaap, Directeur van de Dr. Vd Bergh Stichting te Noordwijk, gevangengenomen en naar Scheveningen gebracht.’ Een klein jaar later is er vreselijk nieuws: ‘Gisterenavond ontvingen wij het smartelijk bericht dat onze oudste zoon Jacob op Vrijdag 26 Maart 1943 in den ouderdom van 45 jaar in een ziekenhuis bij Berlijn overleden is.’ In januari 1945 overlijdt Henri Reimert Juch, op zesenzeventigjarige leeftijd, zelf. Henri Riemert Juch woont met zijn echtgenote in de Rochussenstraat in Rotterdam. ‘Henk komt om 1 uur thuis en daar begint een vreeselijk bombardement,’ aldus Juch op dinsdag 14 mei 1940, de dag van het vernietigende Duitse bombardement op die stad. ‘Wij vluchten den kelder in. Kort bij ons stort met ontzettend geweld een groot flatgebouw in.’ Het bejaarde echtpaar blijft met hun dichtbij wonende kinderen en kleinkinderen ongedeerd. De volgende ochtend vroeg maakt Juch een ommetje door de stad: ‘Ik ga een eindje de Oldenbarneveldtstraat in. Daar staan ramen open, ingeslagen door de luchtdruk der bommen. Gordijnen hangen eruit te wapperen, even daarna lekken de vlammen naar buiten. Toen wij ’s avonds naar bed gingen was boven de ouwe stad nog een zee van vlammen. 15 mei: een dag van bloed, vuur en rookdamp!’ Naast de verschillende bombardementen op de stad maken ook de anti-Joodse maatregelen veel indruk op de christelijke Juch: ‘In café ‘Paviljoen’ hoek Binnenweg en Mathenesserlaan had men een bord opgehangen ,,Verboden voor Joden’’. Het hing er één dag: het publiek was er zóó over verontwaardigd, dat er bijna geen mensch meer in dat café kwam.’ In 1942, als de deportaties naar Polen in volle gang zijn, schrijft hij: ‘In de afgeloopen week zijn honderde joden naar Poolen vervoerd om te werken in de kwik en zilvermijnen.’ Datzelfde jaar wordt zijn zoon om onduidelijke redenen gearresteerd: ‘’s Avonds om 5 1/2 uur werd Jaap, Directeur van de Dr. Vd Bergh Stichting te Noordwijk, gevangengenomen en naar Scheveningen gebracht.’ Een klein jaar later is er vreselijk nieuws: ‘Gisterenavond ontvingen wij het smartelijk bericht dat onze oudste zoon Jacob op Vrijdag 26 Maart 1943 in den ouderdom van 45 jaar in een ziekenhuis bij Berlijn overleden is.’ In januari 1945 overlijdt Henri Reimert Juch, op zesenzeventigjarige leeftijd, zelf.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek/plakboek (cahiers (vijf stuks))
- 2178
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer