A.H.J. van den Hurk: Van strijd en verzet 1940-1945. N.B.S.
De auteur is vroeger bij de bereden artillerie geweest en voelt vrij sterk militair. Zijn verzetsgeest is gewekt door zijn verontwaardiging over de Duitse inval. Na een korte beschrijving van zijn ervaringen gedurende mobilisatie en meidagen 1940 (zijn woonplaats Jutphaas krijgt 12 mei evacué's uit Veenendaal, Elst, Rhenen en omgeving en evacueert 14 mei zelf richting Oudewater: Van den Hurk en zijn gezin gaan naar Benschop) volgt het relaas van zijn illegale activiteit gedurende de bezetting. Verontwaardigd over de Duitse inval, begint hij reeds terstond na de capitulatie met allerlei individueel verzet. Zijn eerste contact met een organisatie is met de Ordedienst, de groep der in 1942 gefusilleerde 72. In opdracht vormt hij met anderen een groep van plm. 80 man, gewend met wapens om te gaan, uit het personeel van het P.T.T.-kantoor te Utrecht. Na de catastrophe met bovengenoemde groep O.D. doet Van den H. een tijdlang individueel werk (bonkaarten en persoonsbewijzen bezorgen aan onderduikers); sedert de 2e helft van 1943 zet hij dit soort werk in uitgebreidere vorm in georganiseerd verband (L.O.) voort, onder de schuilnaam Van Lunteren. Zijn loket op het kantoor der belastingen te Utrecht fungeert vaak als koeriersadres. In de laatste oorlogswinter heeft hij een werkzaam aandeel in de clandestiene sociale verzorging (vooral vlees, soms wat brood) eerst van Utrecht, daarna van Jutphaas. - Begin 1944 treedt hij tevens toe tot de N.B.S. Hij wordt verbindingsman tussen de districtscommandant van district 8, Gewest VIII, en de plaatselijke commandanten, later, na een reorganisatie, afdelingscommandant van het strijdend gedeelte der B.S. in het oostelijk deel van het district: Jutphaas, Vreeswijk, IJsselstein en Lopikkapel. De auteur is vroeger bij de bereden artillerie geweest en voelt vrij sterk militair. Zijn verzetsgeest is gewekt door zijn verontwaardiging over de Duitse inval. Na een korte beschrijving van zijn ervaringen gedurende mobilisatie en meidagen 1940 (zijn woonplaats Jutphaas krijgt 12 mei evacué's uit Veenendaal, Elst, Rhenen en omgeving en evacueert 14 mei zelf richting Oudewater: Van den Hurk en zijn gezin gaan naar Benschop) volgt het relaas van zijn illegale activiteit gedurende de bezetting. Verontwaardigd over de Duitse inval, begint hij reeds terstond na de capitulatie met allerlei individueel verzet. Zijn eerste contact met een organisatie is met de Ordedienst, de groep der in 1942 gefusilleerde 72. In opdracht vormt hij met anderen een groep van plm. 80 man, gewend met wapens om te gaan, uit het personeel van het P.T.T.-kantoor te Utrecht. Na de catastrophe met bovengenoemde groep O.D. doet Van den H. een tijdlang individueel werk (bonkaarten en persoonsbewijzen bezorgen aan onderduikers); sedert de 2e helft van 1943 zet hij dit soort werk in uitgebreidere vorm in georganiseerd verband (L.O.) voort, onder de schuilnaam Van Lunteren. Zijn loket op het kantoor der belastingen te Utrecht fungeert vaak als koeriersadres. In de laatste oorlogswinter heeft hij een werkzaam aandeel in de clandestiene sociale verzorging (vooral vlees, soms wat brood) eerst van Utrecht, daarna van Jutphaas. - Begin 1944 treedt hij tevens toe tot de N.B.S. Hij wordt verbindingsman tussen de districtscommandant van district 8, Gewest VIII, en de plaatselijke commandanten, later, na een reorganisatie, afdelingscommandant van het strijdend gedeelte der B.S. in het oostelijk deel van het district: Jutphaas, Vreeswijk, IJsselstein en Lopikkapel. Blz. 14 en 15 zijn dubbel aanwezig
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Egodocument (getypt stuk)
- 604
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
