Jacoba T. van der Kun: Gevangenis dagboek Doetinchem - Westerbork -Visvliet
Mejuffrouw Van der Kun (Zutphen 13 februari 1925 - Oegstgeest 14 februari 2017) wordt 28 december 1944 in haar ouderlijk huis te Zutphen gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aldaar, dezelfde dag nog naar de gevangenis in Doetinchem (Rijksopvoedingsgesticht de Kruisberg). De meeste van haar collega's in het illegale werk (waarover het dagboek overigens niets concreets vertelt) komen hier eveneens terecht. Bij de verhoren blijkt, dat de Duitsers van bijna alles op de hoogte zijn; mejuffrouw Van der Kun moet veel toegeven. Het celleven is vrij dragelijk, de stemming goed. Mejuffrouw Van der Kun heeft een stuk of vier min of meer vaste celgenoten, jonge meisjes, met wie ze het zeer goed kan vinden; verder zo nu en dan passanten. Behalve pakketten van familieleden zorgen bewakers (Landwacht, een Wachtmeisterin) clandestien voor bijvoeding en lectuur. In maart hangt de bevrijding in de lucht. Men verwacht ontslagen te zullen worden, maar op het eind van die maand wordt mejuffrouw Van der Kun met vele andere vrouwen naar Westerbork overgebracht, waar het veel zwaarder is (werken bij de batterijen). 11 April wordt het kamp geëvacueerd en de vrouwen, plm. 90 in getal, trekken, gedeeltelijk lopend, gedeeltelijk op gevorderde wagen, vaak 's nachts, onder begeleiding van terugtrekkende Wehrmacht, die hen goed verzorgt, naar het noorden, via Groningen in de richting Leeuwarden. 14 April, in Visvliet, worden allen vrijgelaten. Op een tocht, weldra door bevrijd Groningen en Drenthe bereiken mejuffrouw Van der Kun en enige anderen in korte tijd Hoogeveen, blijven daar een paar dagen, waarna ze met een auto van de N.B.S. meerijdt naar Zutphen. Mejuffrouw Van der Kun (Zutphen 13 februari 1925 - Oegstgeest 14 februari 2017) wordt 28 december 1944 in haar ouderlijk huis te Zutphen gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aldaar, dezelfde dag nog naar de gevangenis in Doetinchem (Rijksopvoedingsgesticht de Kruisberg). De meeste van haar collega's in het illegale werk (waarover het dagboek overigens niets concreets vertelt) komen hier eveneens terecht. Bij de verhoren blijkt, dat de Duitsers van bijna alles op de hoogte zijn; mejuffrouw Van der Kun moet veel toegeven. Het celleven is vrij dragelijk, de stemming goed. Mejuffrouw Van der Kun heeft een stuk of vier min of meer vaste celgenoten, jonge meisjes, met wie ze het zeer goed kan vinden; verder zo nu en dan passanten. Behalve pakketten van familieleden zorgen bewakers (Landwacht, een Wachtmeisterin) clandestien voor bijvoeding en lectuur. In maart hangt de bevrijding in de lucht. Men verwacht ontslagen te zullen worden, maar op het eind van die maand wordt mejuffrouw Van der Kun met vele andere vrouwen naar Westerbork overgebracht, waar het veel zwaarder is (werken bij de batterijen). 11 April wordt het kamp geëvacueerd en de vrouwen, plm. 90 in getal, trekken, gedeeltelijk lopend, gedeeltelijk op gevorderde wagen, vaak 's nachts, onder begeleiding van terugtrekkende Wehrmacht, die hen goed verzorgt, naar het noorden, via Groningen in de richting Leeuwarden. 14 April, in Visvliet, worden allen vrijgelaten. Op een tocht, weldra door bevrijd Groningen en Drenthe bereiken mejuffrouw Van der Kun en enige anderen in korte tijd Hoogeveen, blijven daar een paar dagen, waarna ze met een auto van de N.B.S. meerijdt naar Zutphen. De moeder van mejuffrouw Van der Kun geeft aan, dat het dagboek direct werd neergeschreven, behalve het laatste gedeelte. Mejuffrouw Van der Kun trad in 1946 in als religieuze in het klooster van het Sacré Coeur te Jette bij Brussel.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Egodocument (getypt stuk)
- 704
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
