: Egodocument (fotokopie van handschrift)

De levensloop van de schrijver: geboren 12/1/1919 te Rotterdam, verliest hij op driejarige leeftijd zijn vader, procuratiehouder bij Jacobson-v.d.Berg, en goed gesitueerd. Vijf jaar later is van deze welstand zo goed als niets overgebleven; de moeder hertrouwt kort daarna met een hofmeester ter koopvaardij, die zijn stiefzoontje geheel voor zich weet te winnen. Na de 3-jarige H.B.S. weigert de jongen enige verdere studie, met het motief, dat hij meteen zelf geld wil verdienen, en onder het motto, dat praktijk meer waard is dan theorie. Zijn maatschappelijke carrière vlot echter slecht: in vrij snelle opeenvolging is hij o.m. kantoorbediende, winkelbediende, "vertegenwoordiger", en drijft hij ook handel voor eigen rekening. Als klerk of werkend passagier maakt hij een paar reizen met een schip naar Amerika. Het leven in militaire dienst, voor hem begonnen in november 1938 en uitgelopen in mobilisatie en meidagen 1940, bevalt hem buitengewoon goed. Na zijn demobilisatie werkloos, komt hij tenslotte terecht bij de Opbouwdienst, vervolgens bij het afwikkelingsbureau van deze dienst. In deze tijd ongeveer wordt hij nationaal-socialist (pas eind 1943 sympathiserend lid van de NSB). Hij werkt enige tijd bij het Provinciaal Bureau Gelderland van de Nederlandse Landstand, waar zijn ervaringen slecht, daarna bij het Nederlands Arbeidsfront (eerst administratief, later, in 1944, als kringleider in de Graafschap), waar ze zeer goed zijn. Inmiddels is hij sinds 1942 getrouwd: twee dochtertjes worden geboren. In april 1944 treedt hij toe tot de Germaanse SS in Nederland, in september daarna tot de Waffen-SS. Na de bevrijding wordt hij gearresteerd en gevangen gehouden in enige kampen en gevangenissen (in maart en april 1946 in Scheveningen) De levensloop van de schrijver: geboren 12/1/1919 te Rotterdam, verliest hij op driejarige leeftijd zijn vader, procuratiehouder bij Jacobson-v.d.Berg, en goed gesitueerd. Vijf jaar later is van deze welstand zo goed als niets overgebleven; de moeder hertrouwt kort daarna met een hofmeester ter koopvaardij, die zijn stiefzoontje geheel voor zich weet te winnen. Na de 3-jarige H.B.S. weigert de jongen enige verdere studie, met het motief, dat hij meteen zelf geld wil verdienen, en onder het motto, dat praktijk meer waard is dan theorie. Zijn maatschappelijke carrière vlot echter slecht: in vrij snelle opeenvolging is hij o.m. kantoorbediende, winkelbediende, "vertegenwoordiger", en drijft hij ook handel voor eigen rekening. Als klerk of werkend passagier maakt hij een paar reizen met een schip naar Amerika. Het leven in militaire dienst, voor hem begonnen in november 1938 en uitgelopen in mobilisatie en meidagen 1940, bevalt hem buitengewoon goed. Na zijn demobilisatie werkloos, komt hij tenslotte terecht bij de Opbouwdienst, vervolgens bij het afwikkelingsbureau van deze dienst. In deze tijd ongeveer wordt hij nationaal-socialist (pas eind 1943 sympathiserend lid van de NSB). Hij werkt enige tijd bij het Provinciaal Bureau Gelderland van de Nederlandse Landstand, waar zijn ervaringen slecht, daarna bij het Nederlands Arbeidsfront (eerst administratief, later, in 1944, als kringleider in de Graafschap), waar ze zeer goed zijn. Inmiddels is hij sinds 1942 getrouwd: twee dochtertjes worden geboren. In april 1944 treedt hij toe tot de Germaanse SS in Nederland, in september daarna tot de Waffen-SS. Na de bevrijding wordt hij gearresteerd en gevangen gehouden in enige kampen en gevangenissen (in maart en april 1946 in Scheveningen)