B.H. Meyer: I, II (1) Mei Opstand 1943 en Putten 1944, Vonnissen, Aantekeningen en gegevens (2)

De auteur, inwoner van Nijmegen, vertelt hoe de Duitsers vanaf augustus 1944 zich per kar, op een gestolen fiets en zelfs lopend terug trekken, waarbij ze branden stichten en vernielingen aanrichten. De eerste geallieerde parachutisten landen. Geallieerde vliegtuigen bewegen zich oostwaarts en ook komen Duitse V 1's over. Hij houdt nauwkeurig bij welke bruggen en huizen in de stad door de bombardementen en het afweergeschut worden getroffen en in welke nacht de vliegtuigen overkomen. Er worden zoveel huizen vernield dat er woningnood ontstaat. Maar de straatverlichting gaat weer branden, hij herstelt zijn eigen huis en in mei is de bevrijding. Het dagboek loopt door tot en met april 1946. De koningin komt op bezoek, de girodienst werkt weer, de avondklok wordt opgeheven en er rijden weer bussen en treinen. Als hij bij de geldzuivering zijn 5 biljetten van 100 gulden inlevert merkt hij op dat "zeer eenvoudige'' mensen met enorme geldbedragen komen. De verslagen gaan over de april-meistaking 1943, over de represaillemaatregelen van de Duitsers tegen Putten, over na de oorlog aan Nederlanders en Duitsers opgelegde straffen en over de tijdens de bezetting uitgevaardigde maatregelen en verordeningen. Deze betreffen de jodenvervolging, avondklok, belastingmaatregelen, voedselbonnen, openingstijden en straatnaamverandering (in Nijmegen). De auteur, inwoner van Nijmegen, vertelt hoe de Duitsers vanaf augustus 1944 zich per kar, op een gestolen fiets en zelfs lopend terug trekken, waarbij ze branden stichten en vernielingen aanrichten. De eerste geallieerde parachutisten landen. Geallieerde vliegtuigen bewegen zich oostwaarts en ook komen Duitse V 1's over. Hij houdt nauwkeurig bij welke bruggen en huizen in de stad door de bombardementen en het afweergeschut worden getroffen en in welke nacht de vliegtuigen overkomen. Er worden zoveel huizen vernield dat er woningnood ontstaat. Maar de straatverlichting gaat weer branden, hij herstelt zijn eigen huis en in mei is de bevrijding. Het dagboek loopt door tot en met april 1946. De koningin komt op bezoek, de girodienst werkt weer, de avondklok wordt opgeheven en er rijden weer bussen en treinen. Als hij bij de geldzuivering zijn 5 biljetten van 100 gulden inlevert merkt hij op dat "zeer eenvoudige'' mensen met enorme geldbedragen komen. De verslagen gaan over de april-meistaking 1943, over de represaillemaatregelen van de Duitsers tegen Putten, over na de oorlog aan Nederlanders en Duitsers opgelegde straffen en over de tijdens de bezetting uitgevaardigde maatregelen en verordeningen. Deze betreffen de jodenvervolging, avondklok, belastingmaatregelen, voedselbonnen, openingstijden en straatnaamverandering (in Nijmegen). Veel pagina's liggen los in de schriftjes en de tekst is later soms verbeterd of aangevuld