Augustinus Ignatius (Guus) van Hemert: Dagboek (4 handgeschreven schriften (fotokopieen) en een agenda (fotokopieen))

De auteur zit op een door paters geleid jongens-gymnasium in Voorburg. De geallieerden rukken op vanuit het zuiden en de Duitsers en NSB'ers slaan massaal op de vlucht waarbij ze allerlei mogelijke voertuigen meenemen. Het is een spannende tijd, men leeft op geruchten, die weer worden tegengesproken. Hij tekent en schildert, zijn hobby. Hij vertelt veel over het weer, de natuur en over school. Hij schrijft gedichten en zingt met anderen. Hij realiseert zich nu pas echt door de toenemende bombardementen dat het oorlog is. Jonge jongens worden bij razzia's gearresteerd voor de arbeidsinzet. Uit voorzorg gaat hij niet iedere ochtend meer naar de kerk en is voorzichtig op straat. Bij hen in de buurt, in Wassenaar, worden veel V-wapens afgeschoten. Ze kunnen nog aardappelen kopen en hebben nog niet echt honger. Maar als in oktober 1944 de gaarkeukens open gaan, is dit veranderd. Er is nu gebrek aan voedsel, electriciteit en gas. Men gaat het Westland in om groente te kopen en als het kouder wordt, worden steeds meer bomen omgehakt. Hij houdt tot aan de bevrijding de oorlogsvorderingen in Den Haag, Nederland en de rest van de wereld bij en vertelt veel over het dagelijks leven. Als hij overgaat naar de 6e klas vraagt hij zich af hoe hij zijn latere leven zal inrichten. Dienst nemen in Indië, gaan strijden tegen het communisme of in dienst van de kerk? De auteur zit op een door paters geleid jongens-gymnasium in Voorburg. De geallieerden rukken op vanuit het zuiden en de Duitsers en NSB'ers slaan massaal op de vlucht waarbij ze allerlei mogelijke voertuigen meenemen. Het is een spannende tijd, men leeft op geruchten, die weer worden tegengesproken. Hij tekent en schildert, zijn hobby. Hij vertelt veel over het weer, de natuur en over school. Hij schrijft gedichten en zingt met anderen. Hij realiseert zich nu pas echt door de toenemende bombardementen dat het oorlog is. Jonge jongens worden bij razzia's gearresteerd voor de arbeidsinzet. Uit voorzorg gaat hij niet iedere ochtend meer naar de kerk en is voorzichtig op straat. Bij hen in de buurt, in Wassenaar, worden veel V-wapens afgeschoten. Ze kunnen nog aardappelen kopen en hebben nog niet echt honger. Maar als in oktober 1944 de gaarkeukens open gaan, is dit veranderd. Er is nu gebrek aan voedsel, electriciteit en gas. Men gaat het Westland in om groente te kopen en als het kouder wordt, worden steeds meer bomen omgehakt. Hij houdt tot aan de bevrijding de oorlogsvorderingen in Den Haag, Nederland en de rest van de wereld bij en vertelt veel over het dagelijks leven. Als hij overgaat naar de 6e klas vraagt hij zich af hoe hij zijn latere leven zal inrichten. Dienst nemen in Indië, gaan strijden tegen het communisme of in dienst van de kerk?