Enige correspondentie en memoranda betreffende contacten van o.a. het Reichswirtschaftsministerium te Berlijn met de families Adler en Oppenheimer in verband met de pogingen van Duitse zijde de aandelen in de Nederlandse maatschappijen van de families over te nemen; een desbetreffend aanbod van de families is als bijlage aanwezig (zie ook de brief van Nordleder aan de Wirtschaftsprüfstelle van 15 mei 1941 in 34A-a-4), zonder datum.

Wirtschaftsprüfstelle

De Wirtschaftsprüfstelle (Bureau voor Economisch onderzoek) ressorteerde onder het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft en was de instantie die de arisering van het Nederlandse bedrijfsleven moest uitvoeren. Bij verordening VO 189/40 van 22 oktober 1940 werden alle ondernemingen waarin Joden een zeggenschap bezaten, verplicht zich aanmelden bij de Wirtschaftsprüfstelle. De verordening VO 48/41 van 12 maart 1941 tot verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven gaf de Wirtschaftsprüfstelle de bevoegdheid bij dergelijke ondernemingen bewindvoerders (Treuhänder) aan te stellen die tot verkoop of liquidatie van het aan hun toevertrouwde bedrijf konden overgaan. De Wirtschaftsprüfstelle was eerst gevestigd in Den Haag en vanaf januari 1943 in Arnhem.