Verklaring van de SS-Untersuchungsrichter Dr. K. Morgen over de concentratiekampen, de bewaking en de Endlösung. Morgen had vanaf juli 1943 in zijn functie als rechtercommissaris toegang tot de kampen, ook vernietigingskampen om klachten over wreed- of misdadig optreden van de kampleiding of het bewakingspersoneel te onderzoeken; hij behandelde 800 gevallen. Gearresteerd werden de commandanten van Buchenwald, Lublin, Warschau, Vught en Krakau-Plaszow, de beide eersten werden geëxecuteerd. Tegen o.m. Eichmann en Hoess was reeds het begin van een proces in gang, tegen Pohl en Frank (van het NVHA) liep al een vooronderzoek. De commandant van Dachau en Oranienburg, SS-Oberführer Loritz en de SS-Ustuf. Gragner, hoofd van de politische Abteilung in Auschwitz waren reeds aangeklaagd wegens moord in 200 gevallen. Volgens hem was de kring van ingewijden (daders, deelnemers en zij, die op de hoogte waren) erg klein, hoogstens omvatte zij enkele honderden lieden. Het bewakingspersoneel kwam nooit in de kampen. Om de slachtoffers uit de trein en in de gaskamer te drijven gebruikte men een Joodse ordedienst. Tot de SS behoorde alleen de commandant, de arts, de SS-man die het gas uitwierp en de bewaking, die haast nooit uit Duitsers bestond. Volgens hem hadden zelfs Hauptamtchefs van de SS geen kennis van het gebeuren, 13 juli 1946.
1943 - 1946
Archief 270c: Proces Eichmann
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- 38645
- MF810920
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer