Brief van het Reichskommissariat te Oslo van het Auswärtige Amt over de houding van Zweden bij de Jodenvervolging in Noorwegen. Sinds november 1942 geldt de aanmeldingsplicht i.v.m. de deportatie. Met het Zweedse consulaat-generaal is overeengekomen de Zweedse Joden naar hun land terug te laten gaan. Sindsdien heeft deze instantie ook Joden, die vroeger de Zweedse nationaliteit hadden weer tot Zweden gebombardeerd en uitreisvisa voor hen aangevraagd. Deze "Zweden" worden noch door de Noorse noch door de Duitse intenties erkend. Het Zweedse consulaat heeft zelfs formulieren gestuurd aan reeds gearresteerde Joden, die menen in en of andere relatie tot Zweden te staan om hen dusdoende te naturaliseren. Ook dit zal worden verhinderd. In een geval heeft het consulaat een Jodin, die met een niet-Joodse Italiaan gehuwd is asyl aangeboden. Een Zweeds ambternaar in Oslo heeft een medewerker van het Reichskommissariat verklaard dat alles op aanwijzing van de regering te Stockholm gebeurt om "de Joden, die ook mensen zijn" te helpen, 18 februari 1943.
1942 - 1943
Archief 270c: Proces Eichmann
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- MF811333
- 38645
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer