Richtlijnen van IV B 4 voor de overbrenging van Joden naar Theresienstadt. Deze ressorteert onder de Zentralstellen in Wenen en Praag, die ook de vermogenskwesties regelen. In aanmerking komen voorzover zij niet een Joods-Duits gemengd huwelijk vormen: Joden ouder dan 65 jaren met partner en kinderen, bezitters van "Verwundetenabzeichen" en hoge oorlogsonderscheidingen, verder alleenstaande Joodse Mischlinge (zg. Geltungsjuden). Voor auslandische Juden volgen bijzondere bepalingen. De transporten volgen in speciale treinen voor 1000 personen of met kleine groepen (50 - 100 personen) in gewone treinen, maar wel in afzonderlijke accompartimenten. Voor het laatste is speciale toestemming van het RSHA vereist. Vermogens mogen niet meegenomen worden. Sipo en Orpo zorgen voor begeleiding; naamlijsten moeten meegenomen worden. Theresienstadt valt onder de competentie van de BdS, Praag, aan wie naast de CdS van elk transport melding moet worden gemaakt. De overname in Theresienstadt hoort tot de competentie van IV B 4 van de BdS, Praag. De vermogenskwestie wordt afzonderlijk geregeld, 20 februari 1943.
1000 - 1943
Archief 270c: Proces Eichmann
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- MF811384
- 38645
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer