Rapport van Zoepf aan het RSHA over de "Entjudung" van Nederland tot 28 april 1943. Tot die datum hebben 68300 Joden het land verlaten. 6000 als emigrant of vluchteling, 4000 in concentratiekampen in Duitsland, 300 naar Theresienstadt en 58000 naar het Oosten. Van de overige 71.700 Joden bevinden zich 9.300 in Westerbork, 8.800 in Vught en 528 in Barneveld; de rest: 3500 in Amsterdam, 5.900 in de provincies en 10-15.000 illegaal over het hele land. 8.500 Joden kunnen niet gedeporteerd worden omdat zij gemengd gehuwd zijn. De 528 Joden in Barneveld zijn beschermd op last van de R.K. 25.000 Joden hebben voorlopig vrijstellingen als leden van de Joodse Raad, Rüstungs-juden, afstammingsonderzoeken, evangelische Juden en de arbeiders in de kampleidingen. In Vught komt een Rüstungsindustrie. De 10-15.000 ondergedokenen worden ondanks de "Kopfprämien" maar geleidelijk gepakt. Tenzij de stroom naar Westerbork aan houdt zal het niet mogelijk zijn de treinen altijd vol te krijgen, 27 april 1943.
1943
Archief 270c: Proces Eichmann
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- MF811432
- 38645
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer