Deze foto werd op de Rijksmunt te Utrecht clandestien genomen - althans zonder medeweten van den N.S.B.

Deze foto werd op de Rijksmunt te Utrecht clandestien genomen - althans zonder medeweten van den N.S.B. Muntmeester Peij uit Utrecht. De foto brengt in beeld hoe en waar het Nederlandsche Zilvergeld werd gesmolten tijdens de Duitsche bezetting. Toen de maker der foto, deze aan de Nederlandsche Dagbladpers had aangeboden om hierdoor het Nederlandsche Volk voor te lichten waar ons geld bleef, - en de Hoofdredacteur van het Nationale Dagblad (die Voorzitter was van het Gewest Utrecht van het Verbond van Nederlandsche Journalisten) er de lucht van had gekregen via den Muntmeester Peij, van een der afdeelingschefs der Rijksmunt werd door den Heer Raatgever bijgaande brief aan den maker der foto toegezonden, nadat deze eerst een stevige reprimande per telefoon in ontvangst had moeten nemen en beloven al het mogelijke te doen om deze foto, die inmiddels reeds aan de Dagbladpers was toegezonden, niet gepubliceerd te krijgen. In dit telefoongesprek werd gedreigd met aangifte te zullen doen bij de Duitsche autoriteiten. Een van de eerste maatregelen van de bezetter na de capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 betrof het aan banden leggen van de nieuwsvoorziening. Ofschoon de Duitsers de Nederlandse pers een grote mate van vrijheid liet, werd van journalisten een 'absoluut loyale' houding verwacht. Zonder noemenswaardige Duitse dwang lieten de Nederlandse journalisten zich in september 1940 inlijven in het Verbond van Nederlandsche Journalisten (VNJ).