De regering in Londen.
De regering in Londen. In het kabinet-de Geer, dat op 13 mei 1940 naar Londen was uitgeweken, waren verscheidene politieke stromingen vertegenwoordigd. Minister-president Jhr.mr. D.J. de Geer bleek al snel de vastberaden leider te zijn waar een kabinet onder deze moeilijke omstandigheden behoefte aan had. Reeds in augustus 1940 zegde koningin Wilhelmina het vertrouwen in De Geer op. Als nieuwe premier werd minister van Justitie mr. P.S. Gerbrandy aangesteld. Onder bijzondere omstandigheden moest het kabinet zijn werk doen. Controle door het parlement ontbrak en er was geen publieke opinie. Onder de standvastige Gerbrandy was de koningin beter te spreken. Deze Friese politicus bleek veel beter opgewassen tegen de oorlogssituatie. Koningin Wilhelmina koesterde de idealen over een na-oorlogs Nederlands staatsbestel, waarin meer invloed aan het staatshoofd (de koning of koningin) zou zijn toebedeeld. Naarmate de oorlogsjaren vorderden, kwam het op dit punt ook tot spanningen tussen de koningin en Gerbrandy. Nederlandse regering in ballingschap: Londens kabinetten. Kabinet de Geer. Nederlandse regering in ballingschap: Londens kabinetten. De Raad van Ministers vergadert. Het Nederlandsche kabinet, in vergadering bijeen in de vergaderzaal van het Ministerie van Financiën, het departement van den Minister-President, aandachtig luisterende naar een uiteenzetting van den voorzitter, Jhr.Mr. D.J. de Geer. Rondom de tafel, beginnend links naast den Minister-President, Dr. E.N. van Kleffens( Buitenlandsche Zaken), Mr. G. Bolkestein (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), Dr. M.P.L. Steenberghe (Economische Zaken), A.Q.H. Dijxhoorn (Defensie), Dr. J. van den Tempel (Sociale Zaken), Mr. Ch.J.I.M. Welter (Koloniën), Dr. A.A. van Rhijn (Landbouw en Visscherij), Ir. J.W. Albarda (Waterstaat), Mr. H. van Boeijen (Binnenlandsche Zaken), Prof. Dr. P.S. Gerbrandy (Justitie).
- NIOD
- Foto
- 92949
- Kabinetten
- Ballingschap
- Ministers
- Regering
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer