Markeringskruis (Veldgraf), Flt.Lt. David Cameron Stewart
David Cameron STEWART[1] was een van de vele vliegers binnen RAF Bomber Command die om het leven kwam tijdens de bevrijding van West-Europa. Van de 125.000 vliegers overleefden er 56.000 de oorlog niet. Nachtmissies 12/13 mei In de nacht van 12 op 13 mei had RAF Bomber Command twee missies in België op het programma staan. 120 toestellen vlogen die nacht naar Leuven en 111 toestellen naar Hasselt om de spoorwegverbindingen te bombarderen. Het bombardement op Hasselt liep uit op een fiasco omdat maar een paar bommen het doelgebied bereikten. De rest viel in open velden en veroorzaakte niet veel schade. Het bombardement op Leuven was veel effectiever. De schade aan de spoorverbindingen was enorm, maar ook de gebieden rondom de spoorwegen bleven niet gespaard. Hierbij werden delen van de universiteit, fabrieken en een kerk vernield. Meer dan 160 burgers verloren hierbij hun leven en bijna 250 raakten gewond. Pathfinder Force David Stewart was een ervaren piloot die na 26 vluchten geselecteerd was om in No. 635 Squadron te vliegen. No. 635 Sqdn was één van de ‘elite’ squadrons van de RAF die waren toegevoegd aan No. 8 Group. No. 8 Group is beter bekend onder de naam Pathfinder Force (PFF). PFF was in 1942 opgericht om de effectiviteit van de bombardementen te verbeteren. PFF bestond uit vliegers die speciaal geselecteerd waren om de moeilijke taak, het markeren van het doelgebied, te volbrengen. Om geselecteerd te worden voor PFF moesten de piloot, navigator en bomrichter van een crew zich bewezen hebben tijdens missies in Main Force. De toestellen van PFF waren uitgerust met de nieuwste technieken op het gebied van navigatie. Geholpen door deze apparatuur moesten de vliegers de doelen markeren met speciale rookbommen. Deze markeringen moesten het afwerpen van de bommen voor de toestellen van Main Force, die een paar minuten later arriveerden, vergemakkelijken. Hasselt In de avond van 12 mei 1944 vertrok Stewart, die bijna 1.100 vlieguren op zijn naam had staan, om 22:45 uur vanaf zijn basis Downham Market in Norfolk richting België. Het was zijn 34ste missie in Bomber Command en zijn achtste in PFF. Aan boord van het toestel waren naast hem nog zes andere bemanningsleden. Vijf van hen waren Brits en één was Canadees. Crew Lancaster Mk.III serial ND924 Squadron Marking F2-B : F/.O David Cameron STEWART (MiD, Piloot, 25) Sgt William Brownhill MAY F/O Clifford Sheldon FLINT (Navigator) F/Sgt A.I. JOHNSTON (Bomrichter) F/O Kenneth Willam FISHWICK F/O Clifford PASSINGHAM Sgt Dennis Rolland MUSSET Het was de bedoeling dat ze als PFF-toestel zouden deelnemen aan de missie op Hasselt. Zover kwamen ze echter niet. Het toestel werd boven Zuid-Beveland geraakt. Hoewel er in de officiële stukken staat dat ze werden geraakt door afweergeschut is het waarschijnlijker dat ze door Hauptmann Ernst-Wilhelm Modrow[2] in zijn Heinkel HE 219 UHU werden neergehaald. Tijdens de missie op Hasselt werden ook zes Halifaxes uit Main Force neergehaald[3]. In totaal keerden die nacht negen toestellen niet terug op hun basis. Het toestel van Stewart stortte oostelijk van Stavenisse ter hoogte van de Witte Tonnen Vlije neer in de Oosterschelde. Een direct daarop uitgevaren boot van de Kriegsmarine rapporteerde later geen overlevenden te hebben waargenomen. In de ochtend vond schipper MEULBROEK uit Sas van GentFlt.Sgt. A.I. JOHNSTONE (RCAF), hangend aan een gasboei in de buurt van de crash locatie. Deze Canadees bleek de enige overlevende van de crash te zijn en werd door de Duitsers gevangengenomen. De andere zes bemanningsleden overleefden de crash niet. Van vier van hen werd zelfs nooit een stoffelijk overschot aangetroffen. Hun namen staan bijgeschreven op het Runnymede memorial monument. Het lichaam van Flg.Off. Clifford Sheldon FLINT werd in de namiddag van 13 mei door een vissersvaartuig bij Wemeldinge aan land gebracht. Hij werd begraven op de algemene begraafplaats van Wemeldinge. Na de oorlog werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de geallieerde militaire begraafplaats te Bergen op Zoom. Maanden later, op 4 augustus 1944, spoelde het stoffelijk overschot van David Cameron Stewart aan nabij Goes. Hij werd op de algemene begraafplaats van Wilhelminadorp begraven, waar hij nu nog steeds rust. Het tijdelijke markeringskruis dat u hier aantreft is later vervangen door een grafsteen van de CWGC. [1] David Stewart was de zoon van David William Stewart en Lily Maud Cameron uit Waipori Falls, Otago (NZ). Hij woonde zelf in Dunedin (bron: Auckland War Memorial Museum).
- Beeldbank Bevrijdingsmuseum Zeeland
- veldgraf
- BMZ-000138
- Tweede Wereldoorlog
- Begraafplaatsen
- Oorlogsslachtoffers
- Provincie Zeeland
- Luchtoorlog
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer