Schilderij, olieverf, marouflage op hardboard, met de toegevoegde titel 'Stilleven': een voorstellin...
Schilderij, olieverf, marouflage op hardboard, met de toegevoegde titel 'Stilleven': een voorstelling van een opengeslagen boek, een brandende kaars en een ganzenveer op een tafel. Diagonale beeldopbouw. In lichtbruine houten lijst. Van de hand van Heinz Geiringer. Ongedateerd, geschilderd in de periode medio 1942-mei 1944, toen Geiringer samen met zijn vader zat ondergedoken in Soestdijk. Heinz Felix Geiringer (Wenen, 12 juli 1926 – Mauthausen, 26 april 1945) zat van medio 1942 tot mei 1944 samen met zijn vader Erich ondergedoken in Soestdijk. Daar maakten ze o.a. schilderijen en gedichten. Vader en zoon zouden de oorlog niet overleven. Dertig schilderijen van Erich en Heinz, soms op theedoeken geschilderd, zijn oningelijst onder een vloer verstopt en na de oorlog teruggevonden door Geiringers weduwe en dochter. Heinz' vader Erich Geiringer (Wenen, 11 november 1901 – Mauthausen, 31 januari 1945) was een succesvolle Joodse zakenman die in 1938 vanwege het toenemende antisemitisme in Oostenrijk met zijn vrouw Elfriede ('Fritzi') en kinderen Eva en Heinz emigreerde. Geiringer trok naar Nederland, waar hij vennoot werd van een Brabantse schoenenfabriek, zijn gezin verbleef aanvankelijk in Brussel. Na het uitbreken van de oorlog wilde Geiringer zijn vrouw en kinderen naar Nederland halen. Dat lukte in februari 1940, het gezin kwam in Amsterdam op het Merwedeplein 46-I te wonen. In juli 1942, kort nadat Heinz een oproep kreeg om zich te melden voor tewerkstelling in Duitsland, dook het gezin onder. Fritzi en Eva kwamen op een adres in Amsterdam-Zuid, Erich en Heinz bij het echtpaar Katee-Walda in Soestdijk, aan de Noorderweg 11. Erich en Heinz gingen schilderen en maakten ook gedichten. Omdat hun onderduikgeefster Katee steeds meer geld ging vragen, moesten Erich en Heinz na circa twee jaar op zoek naar een ander onderduikadres. In Amsterdam werden ze ondergebracht op het adres Kerkstraat 225-II, maar vielen ze in de handen van een groep verraders bestaande uit Branca Simons, Miep Braams en Wim Houthuys, die hen vrijwel direct aan de SD uitleverde. Houthuys verraadde ook Fritzi en Eva, die op 16 mei 1944 worden gearresteerd. Hij was achter hun onderduikadres aan de Jacob Obrechtstraat 79B gekomen door ze te volgen nadat ze Erich en Heinz hadden opgezocht. Vanuit Kamp Westerbork werd het gezin op 19 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Fritzi en Eva overleefden en keerden via de Sovjet-Unie terug naar Nederland, Erich en Heinz zijn op het eind van de oorlog omgekomen in (de buurt van) Mauthausen.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- Schilderijen
- 16003
- Vluchtelingen/Emigranten
- Geiringer, H.
- Soestdijk
- Onderduik
- Jodenvervolging
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer