Archief van M.A.F. Bussink. Maria Albertine Francisca (Ria) Bussink, geboren Keulen 3 juni 1930.
Archief van M.A.F. Bussink. Maria Albertine Francisca (Ria) Bussink, geboren Keulen 3 juni 1930. Nederlands-Indië. Ria Bussink woonde vanaf 1930 in garnizoensplaats Ambarawa. Haar vader was militair. Na de aanval op Pearl Harbour werd zijn regiment gestationeerd in de omgeving van Bandoeng. Na de Japanse inval werd hij als krijgsgevangene overgebracht naar Birma om aan de spoorlijn te gaan werken. Hier is hij op 15 augustus 1943 overleden. Ria, haar moeder, zus en broers woonden in een particulier huis en werden dus relatief laat in het kamp geinterneerd, in december 1942. Het interneringskamp Ambarawa werd gevestigd in de oude garnizoensplaats. Toevallig kwamen Ria en haar familie in de barak terecht waar haar vader voor de oorlog ook regelmatig verbleef als hij dienst had. De twee oudste broers werden al snel overplaatst naar andere kampen. Een cabaretavondje in het kamp werd verraden aan de Japanners. Als straf werden negen willekeurige meisjes en het kamphoofd weggevoerd door de Kempeitai. Ria's zus Marianne (Janna) was daarbij. Ze werden berecht en moesten een straf uitzitten in de vreselijke Boeloe-gevangenis. Hier moesten de vrouwen sokken breien voor de Japanners. Van overgebleven restjes garen maakten ze ook handwerkjes voor zichzelf. Het laatste halfjaar van de oorlog zat ze in het kamp te Halmaheira, want toen had ze haar straf uitgezeten. In het interneringskamp Ambarawa werd de toestand daarna ook slechter. De gevangenen werden goed in de gaten gehouden en er was steeds minder eten. Ria's moeder was ondertussen ziek geworden. Ria kon nog wel werken en om die reden zijn ze nooit overgeplaatst naar een ander kamp. Haar jongere broertje Albert was ondertussen overgeplaatst naar het jongenskamp. Haar broer had zijn herdershond Wolf meegenomen naar het kamp. Deze hond had een manier gevonden om tussen de kampen heen en weer te gaan, zodat de moeders informatie kregen over hun kinderen. De hond is bij hen gebleven tot de repatriëring naar Nederland. Op 26 juni 1946 kwamen ze aan. Haar broer Albert bleek een hartkwaal te hebben opgelopen. Hieraan is hij na de oorlog overleden. De collectie bestaat voornamelijk uit kleine handwerkjes door Ria gemaakt in het kamp. Ze gaf er ook veel van weg, maar deze heeft ze zelf gehouden. Ze werkte aan dit soort werkjes onder andere als ze op appèl moest staan. Het moest dan wel klein zijn, zodat het snel in een zak gemoffeld kon worden als de Japanner keek. Aan het haakwerkje dat niet af is, werkte ze toen ze bevrijd werd. Ze heeft het daarna niet meer aangeraakt. Er is een interview met mevr. Lemmens-Bussink aanwezig.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- Voorwerpen
- 15782
- Strijdmacht, Knil
- Interneringskamp, Ambarawa
- Oranjeverering
- Bussink, M.A.F.
- Nederlands-Indië
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer