Archief van G.J. van Munster.
Archief van G.J. van Munster. Gijsbertus Jasper (Gijs) van Munster, geboren Gorinchem 10 oktober 1883 – overleden Dachau 13 januari 1945. Communistisch verzet, gevangene. Gehuwd met G. (Grietje) Teunisse (geboren Elburg 7 maart 1888 – overleden als weduwe Amsterdam mei 1962), uit dit huwelijk komen vier kinderen voort, verhouding met Cornelia Berendina (Cokky) Olij, uit deze verhouding komt een zoon voort. Gijs van Munster was van Joodse afkomst. Hij studeerde aan de Dordrechtse kweekschool voor onderwijzer en kreeg in 1920 een benoeming als leerkracht in Nederlands-Indië. Later werd hij directeur van een kweekschool voor Indonesiërs. Omdat hij openlijk sympathiseerde met het onafhankelijkheidsstreven van de Indiërs en vanaf 1921 lid was van de Indonesische communistische partij, volgde in 1923 een overplaatsing als strafmaatregel. Een jaar later werd hij ontslagen, ‘wegens ongeschiktheid’. Met zijn gezin keerde hij naar Nederland terug. Ook hier keerde hij zich tegen het kolonialisme en, vanaf 1930, tegen het fascisme. Hij ontwikkelde zich tot publicist. Daarnaast werd hij voorzitter van de Rode Hulp, een communistische hulporganisatie. Na de machtsovername in Duitsland door Hitler (1933) ging Van Munster Duitse immigranten steunen; zowel Joden als politieke tegenstanders van het regiem. Daarnaast werd hij correspondent van ‘De Tribune’ en van het Russische persbureau Tass. Hij bezocht de Sovjet-Unie twee maal en sprak vijf talen. Nadat hij de verdediging van Marinus van der Lubbe hielp, mocht hij Duitsland niet meer in. Bij de inval van de Duitsers verbrandde hij zijn archief en bibliotheek. Ten tijde van de bezetting woonde hij in Amsterdam, waar hij als ambtenaar werkte. Hij kwam voor op een arrestatielijst en al in de Meidagen werd zijn woning binnengevallen. Hij dook onder in Den Haag, maar bleef toch andere onderduikers steunen, onder wie Joden. Hij publiceerde in de illegale ‘De Waarheid’. Later in de oorlog werd hij lid van de Raad van Verzet. Zijn arrestatie volgde op 25/26 maart 1943, waarop hij in de strafgevangenis Scheveningen gevangen werd gehouden, waar hij zeer slecht behandeld werd. Op 4 september 1943 werd hij getransporteerd naar het concentratiekamp Vught (nummer 7129). Vervolgens, ruim een maand later (op 24-26 oktober 1943), naar concentratiekamp Dachau (nummer 69300). Van Munsters laatste ziekbed wordt in het dagboek ‘Goethe in Dachau’ van Nico Rost beschreven. Hij overleed aan zijn ontberingen (de doodsoorzaak is officieel onbekend, maar een getuige sprak van een longontsteking). Het archief omvat een brief van Gijs van Munster aan zijn echtgenote, in juli 1944 in Dachau geschreven en daarnaast enige officiële documenten zoals aanstellings- en ontslagbrieven, deels in kopievorm.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 17328
- Munster, G.J. Van
- Cpn
- Concentratiekamp, Dachau
- Gevangenis, Scheveningen
- Verzetsgroep, Raad Van Verzet
- Amsterdam
- Nederlands-Indië
- Jodenvervolging
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer