Twee roestige blikken met 49 naamloze en bronskleurige exemplaren van de 'Gerrit van der Veen-pennin...

Twee roestige blikken met 49 naamloze en bronskleurige exemplaren van de 'Gerrit van der Veen-penning', uitgereikt aan kunstenaars die deelnamen aan de tentoonstelling 'Kunst in Vrijheid' die in het najaar van 1945 in het Rijksmuseum plaats vond. De tentoonstelling 'Kunst in vrijheid' was een initiatief van de Nederlandse Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars en toonde werk van kunstenaars die geen lid van de Kultuurkamer waren geworden. Alle deelnemende kunstenaars zouden een penning kregen, de Federatie schreef daarvoor een prijsvraag uit en koos voor een ontwerp van Hildo Krop waarin de bekende verzetsman/kunstenaar Gerrit Jan van der Veen (1902-1944) centraal stond. Van der Veen was tijdens de oorlog gefusilleerd. Onder Van der Veens beeltenis werd de naam van de ontvanger gegraveerd, op de andere kant is een vrouwenfiguur te zien, omringd door zeven mannen met vlaggen. Daaromheen in hoofdletters: ‘Door hecht verzet – de kunst gered – van nazismet’. De penningen komen uit de nalatenschap van de beeldhouwer Hubert van Lith (1908-1977), bekend van diverse oorlogsmonumenten en zelf ook actief in het verzet. Ze stonden jarenlang op een hoge plank in zijn atelier. Het is niet duidelijk wat voor rol Van Lith bij de penningen had, wellicht was hij degene die bij toekenning de naam van de ontvanger erin graveerde. Volgens zijn dochter Nel van Lith heeft haar vader nooit over de penningen gesproken : ‘Maar hij heeft wel gezegd dat er in zijn atelier iets lag dat niet in verkeerde handen mocht vallen. Na de oorlog wilde iedereen opeens bij het verzet horen. Hij zal niet gewild hebben dat iemand zijn naam op zo’n blanco exemplaar liet graveren’.