Koffer van August Leo Thomas Maria (Guus) Hamers (Tilburg, 24-9-1909 - Blankenbergen, 3-7- 1976).

Koffer van August Leo Thomas Maria (Guus) Hamers (Tilburg, 24-9-1909 - Blankenbergen, 3-7- 1976). Verzetsdeelnemer. Hamers was als arts tijdens de bezettingsjaren aanvankelijk als koerier actief voor de artsenorganisatie 'Medisch Contact'. In september 1943 werd Hamers door de SD te Maastricht gearresteerd, nadat hij aan een collega in een doorverwijzingsbriefje voor zijn patient Pieter Kool uit Banholt had geschreven dat deze NSB-lid was. Hamers werd opgesloten in de gevangenis van Maastricht. Vandaar werd hij naar concentratiekamp Vught overgebracht waar hij tot eind mei 1944 verbleef, en vervolgens op transport naar Dachau (Duitsland) werd gezet. Daar verbleef Hamers in de periode tussen 26 mei en 30 augustus 1944. In september 1944 werd hij op transport naar Utrecht gezet (vermoedelijk om te worden berecht). Vanwege de Geallieerde luchtlanding bij Arnhem week het transport echter uit en zat Hamers achtereenvolgens in gevangenissen van Kleef en Bochum. Tijdens een later transport naar Hamelen wist Hamers in de buurt van Dortmund te ontsnappen. De koffer, gevuld met diverse levensmiddelen, was Hamers toegestuurd door zijn vrouw Eleonora toen hij in Dachau zat. Bovenop staat zijn naam en gevangene nummer en het afzendadres van zijn vrouw in Margraten. Aan de binnenkant van het deksel staat de datum 5 augustus 1944 en een overzicht van de (niet meer aanwezige) inhoud van de koffer: Ovomaltine, wafels, erwten, tabak en vloeipapier, ham, boter, beschuit, suikerklontjes, orgasepton, een hangslot, melk met suiker, melk zonder suiker. Zie VMA 17985 voor particulier archief Hamers, en VMA 17986 voor foto's betreffende de mobilisatie.