Potrettekening uit Kamp Vught met afbeelding van Koen Vermeer. Verzetsdeelnemer.

Potrettekening uit Kamp Vught met afbeelding van Koen Vermeer. Verzetsdeelnemer. Portrettekening (potlood), in bruin passe-partout, met afbeelding van Koen Vermeer. Vermeer met bril op, en gekleed in kampkleding. Op zijn linkerborst een rode op de punt staande driehoek (symbool voor politiek gevangenen) met daaronder Vermeer zijn kampnummer: 5351. Linksonder het bijschrift: ‘Joh v (Zweden), Vught, Paschen 1943’, en rechtsonder het bijschrift: ‘Voor Riek’. Voor de oorlog verloor de uit Soesterberg afkomstige Koen Vermeer (19-10-1912 – 9-7-1986) op zevenjarige leeftijd door een tramongeval zijn rechteronderbeen, en kreeg hij een prothese aangemeten. Nadat de Duitsers Nederland hadden bezet begon Vermeer gebruik te maken van het feit dat hij invalide was door in zijn holle prothese illegale bladen en distributiebonnen te smokkelen. Door zijn werk als diamantslijper (bij onbekende firma) had Vermeer veel Joodse kennissen, waaronder de familie ‘Liemen’, waarvoor hij onderduikadressen wist te vinden. Op onbekend moment werd Vermeer opgepakt kwam hij als politiek gevangene in Sint-Michielsgestel, en de concentratiekampen Amersfoort, en Vught terecht. In Vught kreeg Vermeer door zijn goede beheersing van de Duitse taal een administratieve functie. Door dit werk wist hij nummers en namen van gevangenen te veranderen en zo te behoeden voor deportatie. Rond Pasen 1943 werd er door een medegevangene (mogelijk kunstenaar Johan van Zweden) van Vermeer een portrettekening gemaakt bestemd voor zijn vrouw Riek Vermeer-Heeren . Na zijn verblijf in Vught werd Koen Vermeer naar concentratiekamp Sachsenhausen in Duitsland gestuurd. Zie voor persoonlijk archief van Koen Vermeer VMA 16436, alsook correspondentie bij het NIOD.