Foto van het gezin van Oscar (Carly) Mohr (Sint-Petersburg, 1907 – Jakarta, 1952).
Foto van het gezin van Oscar (Carly) Mohr (Sint-Petersburg, 1907 – Jakarta, 1952). Verzetsdeelnemer. -Foto van het gezin Mohr. Afbeelding met Oscar Mohr (met sigaret), Daisy Mohr-Arnold, zoon Alexander en de dochters Marianne en Barbara hangend in het openraam van hun huis aan de Leliegracht 19 te Amsterdam. Aan de achterzijde staat handgeschreven: ‘eigendom van M. en B. Mohr’, alsook: ‘Alexander/ Daisy Mohr-Arnold/ Marianne/ Oscar Mohr/ Barbara - Leliegracht 19 Amsterdam’. Oscar Mohr was de tweede zoon van een Sint-Petersburg woonachtige Nederlandse vader, Moritz Mohr (1877-1956), en Russische moeder, Bertha Ullmann (1878- 1961). Na de Oktoberrevolutie, in 1917, kwam vader Moritz Mohr enige tijd gevangen te zitten. Na zijn vrijlating besloot het gezin te vluchten en wist het via geheime vluchtroutes en hulp van mensensmokkelaars in 1920 Estland te bereiken. Vandaar werd het gezin met het schip de “SS Lingestroom” naar Nederland gerepatrieerd. Na zijn eindexamen, in 1925, volgde Oscar Mohr uiteenlopende studies alvorens hij in 1932 in dienst trad bij het “Algemeen Handelsblad”. In 1933 werd hij redacteur Buitenland en vanaf 1935 en 1937 tevens correspondent voor de “New York Times” en de “London Times”. In 1935 trouwde Mohr met Marguerite Mathilde (Daisy) Arnold. Nadat Nederland door Duitsland was bezet nam Mohr ontslag bij het “Algemeen Handelsblad”. Hij bleef echter stukken schrijven voor de “New York Times” en de “London Times” waarin hij verslag deed van de toenemende repressie en anti-Joodse maatregelen. In 1940 was Mohr ook directeur geworden van de Schweizer Press Telegraph (SPT) dat hij gebruikte als dekmantel om informatie door te spelen aan verzetsorganisaties/ -deelnemers, zoals: “Het parool”, ID (Inlichtingendienst), Herman Bernard Wiardi Beckman, Jacobus Jan ('Koos') Vorrink (SDAP) en de commandant van de Orde Dienst (OD) Pim Boellaard. In januari 1941 werd Mohr gearresteerd nadat een verzending van een artikel voor een krant in Berlijn was gecensureerd. Na twee weken werd hij echter weer vrijgelaten. In 1942 stopte Mohr met de SPT. Maar als gevolg van dat werk werd hij in de nacht van 17 op 18 september 1942 opnieuw gearresteerd, en kwam hij achtereenvolgens in de gevangenissen van Scheveningen (Oranjehotel), Haaren en Utrecht terecht. Op 26-10-1943 werd Mohr op transport gezet als NN-gevangene (Nacht und Nebel) naar Kamp Natzweiler. Daar kwam hij opnieuw in contact met Wiardi Beckman en Pim Boellaard. Toen de geallieerden Natzweiler naderden werd het kamp ontruimd. Derhalve werden Mohr en medegevangenen op 5-9-1944 op transport gezet naar Dachau Allach. Daar werd Mohr eind april 1945 bevrijd. Zie ook VMA 19174 voor het archief Mohr.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 19175
- Mohr, M.
- Concentratiekamp, Dachau
- Verzetsgroep, Inlichtingendienst
- Boellaard, W.A.H.C.
- Gevangenis, Utrecht
- Mohr, A.
- Mohr, B.
- Gevangenis, Scheveningen
- Concentratiekamp, Natzweiler-Struthof
- Beckman, H.B.W.
- Amsterdam
- Ullmann, B.
- Arnold, M.M.
- Vorrink, J.J.
- Verzetsgroep, Od
- Mohr, O.
- Pers, Illegaal, Het Parool
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer