Archief van Franciscus Adolf ('Frans') Kolder (Amsterdam, 14 februari 1904 - Wassenaar (Waalsdorperv...

Archief van Franciscus Adolf ('Frans') Kolder (Amsterdam, 14 februari 1904 - Wassenaar (Waalsdorpervlakte), 2 oktober 1942). Verzetsdeelnemer. Frans Kolder werkte in Amsterdam als ijzerwerker op een scheepswerf. Hij was lid van de verboden Communistische Partij Nederland, actief voor het illegale partijblad De Waarheid, en zou ook illegale radio's maken en in huis hebben. Kolder werd op 22 april 1942 gearresteerd en zat in de strafgevangenis van Utrecht aan het Wolvenplein. In september stond hij terecht voor het Obergericht in Utrecht, samen met Klaas den Braven, Leendert Roodenburg, Gerard Schuurman, Petrus Desiderius Verstraeten, Frerik Greefkes, M. van der Steen en Willem Eduard Theodorus Fallentin. Zij werden allen beschuldigd van het vervaardigen en verspreiden van communistische pamfletten. Over het proces werd uitvoerig bericht in de gelijkgeschakelde pers. In een artikel van 4 september 1942 in de Amersfoortsche Courant viel over het verhoor van Kolder te lezen: "Hierna werd gehoord de 38-jarige arbeider Kolder, die na de laatste oorlogshandelingen met Duitschland eveneens in krijgsgevangenschap was geraakt en zich daarna in Nederland was gaan bemoeien met een communistische actie. Uit het verhoor van verdachte bleek, dat hij vroeger had meegedaan met een solidariteitsactie voor het roode Sowjet Spanje, terwijl hij verder een vurig voorstander was van het communisme." Op 5 september 1942 werd Kolder samen met Den Braven, Schuurman en Roodenburg ter dood veroordeeld. Op 2 oktober werden zij op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Kolder liet een vrouw en kind na, Geertje Kinderman (Schellinkhout, 7 maart 1916 - Amsterdam, 16 december 1943) en een zoon, Hendricus Johannes ('Henk'; Amsterdam, 16 februari 1936 - 9 juni 2010). Zijn weduwe Geertje stierf ruim een jaar later, zijn zoon Henk is vervolgens opgevoed door zijn oom Wopke Kinderman en diens vrouw. Na de oorlog is Kolder herbegraven op begraafplaats De Nieuwe Ooster, in een graf samen met de andere gefusilleerde verzetsmensen Cornelis Schuurman, Johan Hiendrik Janzen, Cornelis Aarnouts, Hendrikus Godfroid en Jelle Posthuma. De as van zijn in 2010 overleden zoon Henk is in de nabijheid van het grafmonument uitgestrooid. Het archief bestaat uit brieven van Kolder aan zijn vrouw, krantenknipsels over zijn rechtszaak, en bescheiden betreffende de erfenis voor Henk. Zie VMA 19254 voor een pasfoto van Kolder.