Jan Lever (Groningen, 11 augustus 1922 – Eenum, 21 juli 1944). Verzetsdeelnemer.

Jan Lever (Groningen, 11 augustus 1922 – Eenum, 21 juli 1944). Verzetsdeelnemer. -Foto (reproductie) van het stoffelijk overschot van Jan Lever. Aan de achterkant staat handgeschreven: ‘Jan Lever’. De in Sneek woonachtige Jan Lever was tijdens de eerste oorlogsjaren samen met zijn vader Hendrik Jacob Lever sr.(1891-1945), moeder Berendiena Lever-Niemeijer (1893-1982), jongere broer Hendrik Jacob jr. (1923-1944) en zus Meta (1928 -) actief in het verzet. Aanvankelijk beperkte deze Groep Lever zich dit tot het verspreiden van illegale bladen, waaronder: Vrij Nederland, Het Parool, De Waarheid en Trouw. Vanaf de zomer van 1942 kwam daar ook de hulp aan Joodse onderduikers bij. De ouderlijke woning aan het Kleinzand 18 in Sneek gold als hoofdkwartier van de Groep Lever, waar regelmatig ook tijdelijk Joodse onderduikers werden ondergebracht. In de nacht van 16 op 17 november 1943 viel de Sicherheitspolizei de woning binnen, en arresteerde de op dat moment aanwezige Hendrik Jacob Lever sr., dochter Meta Lever en de Joodse onderduikster Rozet IJzerman. Berendiena Lever-Niemeijer en Henk Jacob jr. waren moment niet thuis en doken onder. Jan Lever kon via het dak ontkomen. Via Drachten kwam Jan Lever in Groningen terecht waar hij deel uit ging maken van de KP Slochteren. De groep pleegde op 21 juli 1944 een overval op een distributiekantoor in Slochteren. Op de vlucht ontstond met de Duitse bezetter een vuurgevecht waarbij Jan Lever om het leven kwam. Van het gezin Lever kwam de in november 1943 opgepakte Hendrik Jacob Lever sr. op 8 maart 1945 in concentratiekamp Dachau om het leven. Hendrik Jacob jr. werd in 1944 op zijn onderduikadres gearresteerd en op 18 augustus 1944 in Kamp Vught gefusilleerd. De Joodse onderduikster Rozet IJzerman stierf in juni 1944 op onbekende locatie in Midden-Europa. Berendiena Lever-Niemeijer en Meta Lever overleefden als enigen de oorlog.