In interneringskampen gebruikte gehaktmolen.

In interneringskampen gebruikte gehaktmolen. -Metalen gehaktmolen (NR 5), met tafelklem, en draaihendel met houten handgreep. Op de zijkant staat in reliëf de merknaam: 'Dorkert', en in de zijkant van de tafelklem: 'Made in Czechoslovakia'. Ank Kobes werd op 20 september 1929 geboren in Pematang Siantar (Noord-Sumatra), en was het jongste kind van het echtpaar A.C. Kobes-Duimelaar en K.J.G. Kobes. De ouders van Ank waren reeds vóór 1922 vanuit Nederland naar Nederlands-Indië vertrokken, waar haar vader in dienst van de Handelsvereniging Amsterdam (HVA) plantage-opzichter was. Na afloop van een verlofperiode van haar vader waren Ank haar oudere zus (Ineke) en broer (Hans) in 1938 voor hun schoolopleiding in Nederland achtergebleven. Voor of ten tijde van de Japanse invasie vervulde Ank haar vader een functie (als 1ste Luitenant) in het KNIL, en werd hij nadat Nederlands-Indië was bezet krijgsgevangen gemaakt. Hij werd als dwangarbeider tewerkgesteld aan de Birma-spoorlijn, terwijl Ank en haar moeder geïnterneerd werden in de gevangenis Tebing Tinggi (Noord-Sumatra), dat gebruikt werd als interneringskamp. Na Tebing Tinggi volgden respectievelijk de interneringskampen, Poeloe Brayan, Gloegoer, en Aek Pamienke, allemaal op Noord-Sumatra. In Poeloe Brayan en Gloegoer. In de verschillende kampen hadden Ank en haar moeder een gehaktmolen in bezit, waarmee stukjes kip, hagedissen, en slakken konden worden vermalen. De molen werd aan andere kampbewoners uitgeleend. In ruil mochten ze de achtergebleven restjes houden, waar ze een soort gehaktballen van maakten.