Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 087

Duikt onder om te ontkomen aan de Arbeiteinsatz, wordt in november 1943 (op z’n 20e ) opgepakt. De arrestatie wordt uitgevoerd door Nederlandse NSB’ers. Hij wordt naar Assen vervoerd, wordt verhoord door Duitsers, verblijft daar 10 dagen in het huis van bewaring. Wordt op 16 december 1943 naar Amersfoort gebracht. Krijgt kapotte kampkleding en wordt geschopt. Verblijft in barak 9. Heeft het veel koud, maar de barakken zijn ’s ochtends warm. Heeft een keer ’s nachts heel lang op appèl gestaan. Kotälla mishandelde veel, ook als gevangenen flauwvielen tijdens appèl. Heeft zijn hele leven last gehouden van fysieke mishandelingen. Werkte in Soesterberg, krijgt baantje als ziekenbroeder/verpleger in de ziekenbarak, daardoor ook meer en beter eten. Er werden veel gevangenen op transport gesteld naar Duitsland, soms wel 200 tegelijk. Had kampnummer 4358. Loes van Overeem bracht pakketten van het Rode Kruis in het kamp, deze werden door de blokoudsten verder verdeeld. Kreeg wekelijks een bord roggepap, dat was een lekkernij. Onderhield geen contact met zijn ouders. Ontving op een gegeven moment een ontslagbrief, wordt op transport gesteld. Loopt ’s nachts van het Kamp naar station Amersfoort van. Getransporteerd naar Rumscheid in Duitsland. Heeft daar als dwangarbeider onder andere graafwerkzaamheden verricht, was een relatief licht regime op het kamp. Verblijft in de omgeving van aanvallen van de geallieerden. Komt uiteindelijk terecht bij een boer in Duitsland, blijft hier tot het einde. Keert na de oorlog terug naar Nederland.