Getuigen Verhalen, Het Molukse perspectief in oorlogstijd, interview 28
Geïnterviewde 28 is in 1927 geboren in het dorp Tial (Ambon) en daar opgegroeid. Over het begin van de Tweede Wereldoorlog weet hij zich te herinneren dat hij ’s ochtends een groot aantal Japanse schepen voor de kust zag liggen. De mensen van het dorp vluchtten toen de bossen in. Er worden een aantal Japanse militairen gelegerd in Tial. Deze bemannen de uitkijkposten en een radarinstallatie. Gedurende de gehele oorlog blijven de mensen in Tial in de bossen wonen waar zij van het land leven. De bewoners worden wel door de Japanners ingeschakeld voor allerlei werkzaamheden, zoals zorg voor voedselproducten van het land en transportdiensten. Geïnterviewde maakt verschillende malen mee dat hij sjouwdiensten krijgt, onder meer het vervoer van varkensvlees, wat hij als moslim weigert. Bij het minste of geringste krijgt hij slaag van Japanse soldaten met een vierkante houten stok. Geïnterviewde weet zich te herinneren dat er ongeveer vijf meisjes uit Tial gedwongen zijn door de Japanners om als prostituee te werken in het naburige dorp Passo (Ambon). Samen met andere bewoners vlucht hij en houdt zich schuil in een naburige grot. Hun schuilplaats wordt echter verraden. Zij kunnen ontkomen en zwerven gedurende twee weken als er vliegtuigen van de geallieerde troepen overvliegen. Deze vliegtuigen strooien pamfletten met het nieuws dat Japan heeft gecapituleerd. Vanaf dat moment keerden de bewoners weer terug naar het dorp en keert het voormalige leven weer terug. Direct na de Japanse capitulatie hoort geïnterviewde over de radio dat de onafhankelijkheid van Indonesië is uitgeroepen. Op Ambon wordt het Indonesische nationalisme gesteund door de opgerichte Partai Indonesia Merdeka (PIM). In 1947 neemt geïnterviewde dienst in het KNIL. Na zijn opleiding komt hij achtereenvolgens terecht bij het Depot Speciale Troepen en het Korps Speciale Troepen onder leiding van kapitein Westerling. Hij neemt in december 1948 deel aan de Tweede Politionele Actie waarbij de Indonesische leiders Soekarno en Hatta zich in Yogyakarta (Java) overgeven en gevangen genomen worden. Verder neemt hij als parachutist deel aan verschillende militaire acties, onder meer in Sumatra. Na de soevereiniteitsoverdracht wordt hem in Bandung door het legercontact gevraagd of hij naar Nederland wil of terug naar huis. Hij kiest voor het laatste. Niet lang nadat geïnterviewde is teruggekeerd in Ambon wordt de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen. Hij vecht mee met de RMS tegen de inval van Indonesische troepen. Er vallen veel doden aan de kant van de Indonesische troepen. Enkele Ambonezen onder de gevangen genomen Indonesische troepen worden geëxecuteerd. Eind 1950 ontsnapt hij met vijf anderen naar Seram waar zij hergroeperen onder de RMS leiding van Soumokil. Hier neemt hij gedurende dertien jaar deel aan de RMS guerrilla. Nadat Soumokil gevangen is genomen, geeft hij zich over in Ambon. Later (in 1978) raakt hij kortstondig nogmaals betrokken bij de RMS (kwestie-Hatumena). Hij wordt niet gevangen genomen, maar moet zich wel ieder jaar op 25 april bij de legerautoriteiten melden.
- Museum Maluku (MuMa) ©
- Habiboe, Drs. R.R.F.
- interview
- Depot Speciale Troepen
- Soumokil
- Politionele acties
- Partai Indonesia Merdeka
- KNIL
- Troostmeisjes
- Batalyon Tiga Mai
- Hatta
- WOII
- Republik Maluku Selatan
- Nussy
- Tweede Wereldoorlog
- Siliwangi divisie
- Westerling
- Soekarno
- oral history
- Modern and contemporary history
- Kwestie-Hatumena
- Korps Speciale Troepen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer