Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Willem Oldenhof
Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’. Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk". Willem Oldenhof De vader van Willem had een sjoelbak verzaagd die precies in een kast paste. Als er dan wat aan de hand zou zijn, kon Willem zich daarachter verschuilen. Tijdens de razzia kwam er een Duitser het huis binnen en liep meteen naar boven, waardoor Willem geen kans kreeg zich te verstoppen. Willem werd in een ongelijkmatig lopende colonne naar Waddinxveen gebracht. Hij kreeg daar de kans ontsnappen, maar liet een man met vrouw en kinderen voor gaan. Via Woerden en Utrecht is Willem in kamp Amersfoort terecht gekomen. Toen hij erachter kwam waar hij was, besloot Willem met zijn zwager Gerard om te ontsnappen als er een gelegenheid kwam. In Soest aangekomen werd de rij uitgerekt, er ontstond een grotere ruimte tussen de lopende mannen. Dat gaf Willem de gelegenheid om van een meisje in het publiek, dat eten uitdeelde aan de lopende mannen, het dienblad aan te pakken en met haar tussen het publiek te gaan staan. Het gezin van het meisje hielp Willem in Gouda te komen. Na Duitse bewaker ontlopen te zijn kwam Willem thuis aan. Jaloerse buren dwongen hem om onder te duiken. Samen met zijn zus besloot Willem om per trein uit Rotterdam te ontsnappen. Ze verscholen zich in een remmershuisje op de trein en wisten zo Assen te bereiken. Daar is hij, apart van zijn zus, ondergedoken bij particulieren en heeft zo geen dwangarbeid voor de Duitsers hoeven te verrichten, iets waartoe de plaatselijke mannen wel werden gedwongen. In Assen werden ze verenigd met de vader en de zwager die de tocht ook hadden gemaakt. Bij de bevrijding werd gevochten en Willem kreeg een geweer van een Canadese soldaat om mee te kunnen vechten. Hij trok met ze op tot Groningen en later werd Willem ingedeeld in het leger. De Canadezen stonden hem toe om naar Rotterdam te gaan via Amsterdam, waar hij geholpen heeft voedsel uit te delen. In Rotterdam was het gezin er slecht aan toe en de deuren en deurposten waren verbrand in de kachel. Willem meldde zich bij de Binnenlandse Strijdkrachten en kreeg bewakingstaken en dergelijke toebedeeld, waarbij hij ook NSB’ers heeft opgepakt. Willem was voor de razzia al een half jaar in de Arbeidsdienst (NAD) geweest, waar hij een training had gekregen die een militaire grondslag had.
- Jager, MA E. J. de (Stichting Reis van de Razzia)
- interview
- Tweede Wereldoorlog
- Deportatie
- Sociology
- Modern and contemporary history
- Psychology
- Dwangarbeid
- Oral History
- Razzia
- Onderduiken
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer