Publicaties 1915-1939
Rapport der commissie: hulp aan eigenaars-bewoners (1915) Hudig, D. Adviesbureaus voor bouwvereenigingen (1919) Hudig, D. De taak der bouwvereenigingen - Voordracht gehouden op de zesde jaarvergadering van den Nationalen Woningraad op 3 juli 1919 te Amsterdam (1919) Sticht Woningbouwvereenigingen! (1920) Rapport van een commissie ingesteld door den nationalen woningraad over de vraag: kan, en zoo ja, op welke wijze, in de tegenwoordige tijdsomstandigheden voorzien worden in de behoefte aan bouwkapitaal voor woningbouw door woningbouwvereenigingen en gemeenten? (1923) Rapport van een commissie, ingesteld door de vereeniging van Nederlandsche gemeenten en den nationalen woningraad inzake het hurenprobleem voor arbeiders- en middenstandswoningen van woningbouwvereeniging en gemeenten (1926) Rapport van de commissie inzake het onderhoud van met steun ingevolge de woningwet gebouwde woningen (1929) De Nationale Woningraad - Algemeene Bond van Woningbouwvereenigingen (1930) Rapport van de commissie inzake den bouw van z.g. eigen woningen door woningbouwvereenigingen (1932) Statuten (1933) Kee, van der, H. Overheidsbemoeiing inzake volkshuisvesting (1934) Wenken en normen voor het onderhoudsbeheer van woningwetcomplexen (1934) Bommer, J. De huren van vereenigings- en gemeentewoningen (1935) Verslag van de vergadering van 8 november 1935 in het hoofdgebouw van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage - Betreffende de lintbebouwing (1935) Congres op 3 en 4 juli 1936 in de Stadsgehoorzaal te Leiden (1936) Huishoudelijk Reglement (1936) Rapport van de commissie voor de goedkoope woning (1936) Congres op 2 en 3 juli 1937 in het feestgebouw "Mastreechter Staar" Maastricht (1937) Rapport van de commissie inzake het onderhoud van vereenigings- en gemeentewoningen (1937) Aangeboden ter algemeene vergadering van de nationale woningraad op 8 en 9 sept. 1939 (1939) COLL00542: Collectie Publicaties Nationale Woningraad
- Archiefbestand
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer