Een bankbiljet van tien gulden met blauwe opdruk over lila raster.

Een bankbiljet van tien gulden met blauwe opdruk over lila raster. Op de voorkant de tekst: "Tien Gulden. de Nederlandsche Bank betaalt aan toonder 10 gulden Amsterdam 7 mei 1945" met de handtekeningen van de directeur en de president. Midden onder de afbeelding van een klimmende Nederlandse Leeuw met daaromheen de tekst: "Die Tyranny verdrijven. Die my mijn hert doorwond. Je Mientiendrai". Op de achterkant een opdruk in blauw en paars met een wetstekst en het serienummer: "2BS 083824". Na de oorlog stevende Nederland af op een monetair faillissement. De Duitse bezetter deed zijn betalingen door de geldpersen overvloedig te laten draaien en de zwarte markt tierde welig. Inflatie dreigt. Onder leiding van de minister van financiën Lieftinck vindt vanaf 6 juli 1945 een grote geldzuivering plaats. Alle biljetten worden ongeldig verklaard en moeten ingeleverd worden bij de bank waar ze op een geblokkeerde rekening werden gezet. De bezitter moet aantonen dat het geld eerlijk was verdiend. De lonen worden in de week van 26 september tot 2 oktober niet uitbetaald en iedere Nederlander kon 10 gulden voor de eerste betalingen opvragen bij de bank in ruil voor tien gulden oud geld. Dit was niet één heel bankbiljet maar vijf biljetten van een gulden en twee van een rijksdaalder. Vanaf 3 oktober 1945 werd het geblokkeerde geld geleidelijk vrijgegeven. Het bankbiljet van 10 gulden van 7 mei 1945 werd het 'Lieftinck Tientje' genoemd naar de naam van de minister.