Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

(0579-01) Schoonheids-/Welstandscommissie Den Haag

1 januari 1947 - 1 januari 1990

De oprichting van de Monumentencommissie: In 1903 werd er een Rijkscommissie ingesteld die als taak kreeg het opmaken en uitgeven van een inventaris en een beschrijving van Nederlandse monumenten. In 1915 publiceerde deze commissie de Voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en Kunst. In deze lijst worden de monumenten in Zuid-Holland beschreven. Dit betekende evenwel nog niet dat deze monumenten ook wettelijk beschermd waren.Op lokaal niveau werd in Den Haag spoed gemaakt met de bescherming van de Haagse monumenten. De aanleiding tot het ontwerpen van een monumentenverordening was de constatering dat er in het perceel Korte Vijverberg 6 een groot winkelraam was aangebracht. P. Bakker Schut, directeur van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, schonk zijn aandacht aan deze zaak en het gevolg was dat er een monumentenverordening werd opgesteld, die op 7 september 1920 van kracht is geworden.(1) Op basis hiervan werd op 9 juni 1921 de gemeentelijke Monumentencommissie door burgemeester Patijn geïnstalleerd.(2) Hiermee was Den Haag de eerste gemeente in Nederland met een monumentenverordening en een eigen monumentencommissie. De commissie kreeg tot taak om het College van Burgemeester en Wethouders te adviseren bij het maken van een gemeentelijke monumentenlijst.De monumentenverordening van 1920 beperkte zich tot de bescherming van het uitwendige van de gebouwen, omdat met betrekking tot de bescherming van het inwendige de goedkeuring van Gedeputeerde Staten niet werd verkregen.(3) Verordening Welstandstoezicht: De Verordening Welstandstoezicht werd vastgesteld in 1920 en gewijzigd in 1953. Deze verordening werd in 1969 opnieuw vastgesteld en gewijzigd in 1977. Deze laatste wijziging kwam tegemoet aan moderne opvattingen van openbaarheid wat tot gevolg had dat bepaalde procedures werden aangepast. Oprichting: De Welstandcommissie werd opgericht in 1937 als opvolger van de Schoonheidscommissie (1910-1937). De oprichting in 1937 had geen gevolgen voor de reikwijdte van de bevoegdheden van de commissie. Er ontstond echter wel een gewijzigde procedure ten aanzien van de beoordeling van de bouwplannen. Gedurende de periode 1948-1990 wijzigden de structuur, de bevoegdheden en de taakstelling zich op hoofdlijnen niet in het bijzonder. De Verordening Welstandstoezicht leidde tot enkele wijzigingen in het functioneren ten gevolge van een verandering in de opvatting over het functioneren van gemeenten in het algemeen. Noten: 1. M. Beek, Het aanzien waard? Geschiedenis van de welstandszorg in Nederland (Deventer 1985), p. 17. 2. Idem, p. 23. 3. Archief Schoonheids-/Welstandscommissie, inv.nr. 40; Gemeenteraad Den Haag, Handelingen, 18 april 1910, p. 285. 4. Archief Schoonheids-/Welstandscommissie, inv.nr. 40. 5. Inv.nr. 1. 6. Inv.nr. 40. 7. Inv.nr. 274. 8. Inv.nr. 40. 9. Inv.nr. 51. 10. Inv.nr. 52. 11. R. Grootveld, R. Spork, De gemeente georganiseerd. Wegwijzer bij honderd jaar gemeentelijke organisatie (Den Haag 1994), p. 34; Inv.nr. 56. 12. C.J.J. Stal, Gids voor Haags Huizenonderzoek (Haags Gemeentearchief, Den Haag 1991, derde herziene druk). Archief en inventarisatie: Volgens de verklaring van overbrenging werd het archief van de Schoonheidscommissie/Welstandscommissie in april 1981 door de directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht overgedragen aan het Haags Gemeentearchief. De omvang bedroeg toen 15,5 strekkende meter. In 1990 volgde een aanvulling op het archief van 0,75 meter.Door E.J. Eeftink is in 1981 een plaatsingslijst van het archief gemaakt. Uit deze lijst blijkt geen oude structuur van het archief, wel is duidelijk dat de serie "adviezen" (inv.nrs. 62-227) van oudsher de ruggegraat vormt van het archief van de commissie. Circa 15.000 adviezen over aanvragen zijn in de adviesdossiers bewaard gebleven. Deze serie is waar nodig hersteld, elders aangetroffen adviesdossiers zijn opnieuw in de serie ingevoegd.De instelling van de Welstandscommissie in 1937 vormde wat betreft de archiefvorming geen breuk. Men bleef notuleren in het register dat vanaf 1934 was aangelegd. Ook de adviesdossiers werden op dezelfde wijze als voorheen gevormd.Tot het archief van de Schoonheidscommissie behoort een serie van 1745 foto's. Deze zijn in 1981 ondergebracht bij de topografische atlas van het Haags Gemeentearchief en inmiddels voor een deel verwerkt in de fotocollectie. Dit was niet meer terug te draaien, daarom is gekozen om in deze plaatsingslijst naar deze serie foto's te verwijzen onder een blanco nummer.Tijdens de inventarisatie is circa 0,5 meter archief ter vernietiging afgezonderd. Het betreft hier dubbele archiefdocumenten, convocaties voor vergaderingen en presentielijsten van bestuursvergaderingen. Na vernietiging en herverpakking is de omvang van het archief 13,5 strekkende meter. Er gelden voor de raadpleging van dit archief geen beperkende bepalingen. De bewerking en inventarisatie van het archief: In 2003 bevond het archief van de commissie zich in de semi-statische archiefbewaarplaats van het Stadhuis van de gemeente Den Haag aan het Spui 70. De omvang bedroeg 17 strekkende meter. Tijdens de bewerking werd alsnog 5 meter archief aangetroffen in een gemeentelijk pand aan de Loosduinseweg. Dit deel is ook betrokken in de bewerking. Gezien de geringe omvang van het archief zijn bescheiden die de organisatie en het functioneren van de commissie betroffen integraal bewaard en geïnventariseerd. Het grootste deel van het archief betrof de zogenaamde adviesdossiers of objectdossiers, de feitelijke dossiers van werken waarover de commissie advies uitbracht. Deze dossiers zijn geselecteerd ten aanzien van de bekendheid van de gebouwen. Bovendien zijn er dossiers bewaard die een goed beeld gaven van de gevolgde procedure en van de overwegingen van de commissie. Na selectie resteerde een omvang van 3 meter (169 inventarisnummers) aan te bewaren archiefbescheiden.Bij de bewerking zijn reeksen aangetroffen die de indruk wekten niet compleet te zijn. Het betrof de volgende gevallen: - De verslaglegging van de commissie laat geen eenheid in vorm zien. Notulen uit de beginperiode werden aangetroffen als gebonden boekwerk. Over de latere periode zijn beoordelingsstaten en ontwerpnotulen van de commissievergaderingen aangetroffen. Het omslagpunt bevindt zich rond 1974. In verschillende vormen kon echter wel een complete serie notulen worden samengesteld; - De adviesdossiers lijken redelijk compleet te zijn en werden aangetroffen tot ongeveer 1975. Over de periode 1975-1988 zijn geen adviesdossiers aangetroffen. Vanaf 1989 kon weer, voorzover na te gaan, een complete serie adviesdossiers worden bewerkt. Er gelden geen beperkingen ten aanzien van openbaarheid. Archief en inventarisatie: Het archief van de Monumentencommissie is volgens de verklaring van overbrenging in april 1981 door de directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht samen met het archief van de Schoonheids- en Welstandscommissie aan het Haags Gemeentearchief overgedragen. In 1990 volgde een aanvulling, zodat het archief na overbrenging een omvang had van 0,9 strekkende meter. Nadat dubbele archiefdocumenten voor vernietiging zijn afgezonderd, resteert thans nog 0,7 strekkende meter archief van de voormalige Haagse Monumentencommissie.Het archief had geen herkenbare oude structuur. Doordat het opstellen van een gemeentelijke monumentenlijst een hoofdtaak van de Monumentencommissie was, vormen de stukken met betrekking tot deze taak een belangrijk bestanddeel van dit archief. Net zoals de Schoonheids- en Welstandscommissie heeft ook de Monumentencommissie vele adviesdossiers gevormd. Bij de Monumentencommissie bevatten deze stukken met advisering over monumentale panden en andere monumenten (inv.nrs. 313-336, 338-339). Een nadere toegang is de alfabetische kaartindex op straatnaam betreffende de monumenten waarover door de Monumentencommissie is geadviseerd in de periode 1952 tot 1967 (inv.nr. 341).Omdat door onderzoekers reeds gebruik is gemaakt van de oude plaatsingslijst van het archief van de Monumentencommissie opgesteld door E.J. Eeftink, is op de oude lijst een concordans gemaakt die aan deze publicatie is toegevoegd. Er gelden voor de raadpleging van het archief van de Monumentencommissie geen beperkende bepalingen. Over de monumentenbescherming in Den Haag is veel gepubliceerd. Een uitgebreide studie is de publicatie van J.C. 't Hart en H.F. Ambachtsheer, Monumentenbescherming 's-Gravenhage (TH Delft 1976). In deze publicatie is zowel aandacht besteed aan de geschiedenis van de monumentenzorg op rijks- en gemeenteniveau, als aan de beschrijving van de op de monumentenlijst geplaatste gebouwen te Den Haag. Richtlijnen voor onderzoekers: Wie bouwhistorisch onderzoek doet, kan gebruik maken van vele archiefbronnen. Op de studiezaal van het Haags Gemeentearchief bevindt zich de Gids voor Haags Huizenonderzoek.(12) In deze gids worden uitgebreide richtlijnen gegeven voor bouwhistorisch onderzoek, ook worden de vele bronnen uitgebreid toegelicht.Zeker voor diegenen die bouwhistorisch onderzoek doen in de periode 1910-1933 kan het archief van de Schoonheidscommissie aanvullende informatie bieden. De "adviesdossiers" bevatten in het algemeen de aanvraag, het advies van de commissie en een afschrift van het besluit van B&W op de aanvraag. Tot circa 1925 zijn ook vele bouwtekeningen in de dossiers bewaard gebleven. Regelmatig is ook uitvoerige correspondentie met architecten aangetroffen.Er bestaan diverse eigentijdse nadere toegangen op de aanvragen. In de periode 1910-1919 zijn er jaarlijkse lijsten met overzichten van de bouwaanvragen opgesteld, die bij de dossiers zijn gevoegd (inv.nrs. 62-75). Bruikbare toegangen vormen zeker ook de registers met namen van aanvragers van nieuwbouw- en verbouwingsobjecten. In deze registers zijn ook vermeld de straatnamen waar de bouwwerken staan, met hieraan toegevoegd alfabetische indexen op straatnaam (inv.nrs. 243-262). Tenslotte kan ook via de agenda's naar aanvragen worden gezocht (inv.nrs. 12-39).Ook elders bevinden zich archivalia met informatie over de Haagse Schoonheidscommissie. Bij het Museum van het Boek - Meermanno Westreenianum berust het persoonlijk archief van J.F. van Royen, die lange tijd als voorzitter verbonden is geweest aan de Schoonheidscommissie. In zijn archief (inv.nrs. 175-176) zijn twee omslagen met stukken betreffende de Schoonheidscommissie bewaard gebleven. Noten: 1. Archief Monumentencommissie, inv.nr. 348. 2. Inv.nr. 298 3. Inv.nrs. 294 en 348. 4. Inv.nrs. 295 en 300. 5. Inv.nr. 296. 6. Inv.nr. 296. 7. Inv.nr. 305. 8. Inv.nr. 296. 9. Inv.nr. 297. 10. Inv.nrs. 298 en 300. 11. H.J.F. de Roy van Zuydewijn, "De bescherming van monumenten in Den Haag", in: Die Haghe (1970), p. 106. 12. Inv.nrs. 299 en 300. 13. Gemeenteraad Den Haag, Handelingen, 27 januari 1969, pp. 15-16 en bijlage 23. De opheffing van de Monumentencommissie: Na de inwerkingtreding van Monumentenwet en het verschijnen van de rijksmonumentenlijst was een belangrijk deel van de taak van de Monumentencommissie weggevallen. R. Hotke, sinds 1960 voorzitter van de Haagse Monumentencommissie, adviseerde in 1965 om de uit 1920 daterende monumentenverordening in te trekken en de Monumentencommissie op te heffen. Voor een Monumentencommissie nieuwe stijl zag hij evenwel een belangrijke taak weggelegd. De leden hiervan zouden de gemeente moeten gaan adviseren over de bescherming van niet op de rijkslijst voorkomende monumenten, over de bescherming van stadsgezichten en over de verdeling van subsidiegelden voor restauratie. Bovendien bepleitte Hotke een nauwer samengaan van monumentenzorg en welstandstoezicht. Hij adviseerde de Monumentencommissie onderdeel te maken van de Raad van de Welstand.(12) Met de invoering op 27 januari 1969 van de "Verordening regelende het welstandstoezicht in de gemeente 's-Gravenhage" en het raadsbesluit tot de instelling van een Adviescommissie voor het stadsschoon verviel de oude monumentenverordening uit 1920 en hield de Monumentencommissie op te bestaan.(13) Samenstelling van de Welstandscommissie: De benoeming van de leden van de commissie geschiedde volgens de bepalingen van de Verordening Welstandstoezicht. Deze bepalingen voorzagen in benoeming van de commissieleden door de gemeenteraad op voordracht van Burgemeester en Wethouders. Deze voordracht werd opgesteld 'voorzover betreft drie van de vier leden en twee van de plaatsvervangende leden' na overleg met de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en met de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Een functionaris van Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht handelde als secretaris van de commissie en werd door de dienst aangewezen. Geschiedenis van de Schoonheids- en Welstandscommissie: Samenstelling van de Monumentencommissie: De Monumentencommissie bestond uit dertien leden, een lid namens de Bond van Nederlandse Architecten, een lid namens de Bond Heemschut, een lid namens de Vereniging "Die Haghe" en een lid namens de vereniging "Hendrik de Keijzer". Drie leden en drie plaatsvervangde leden werden aangewezen door het College van B&W. Op den duur ontstond de gewoonte dat van deze drie leden, een lid voortkwam uit de kringen van Pulchri Studio en een lid van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg afkomstig was. Ambtshalve waren lid van de commissie: de directeur van de dienst Gemeentewerken, de directeur van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, de directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en de directeur van de dienst van Kunsten en Wetenschappen. De gemeentearchivaris nam als adviseur aan de vergaderingen van de Monumentencommissie deel.(4) De monumentenlijst: De belangrijkste taak van de nieuwe Monumentencommissie was een lijst op te stellen van alle gebouwen, die "uit een oogpunt van geschiedenis of kunst van belang zijn". Zeer spoedig stelde een aantal commissieleden een monumentenlijst van 235 monumenten op, die bijna onveranderd door de andere leden werd overgenomen. De ontwerplijst die hierna aan het College van B&W werd toegezonden werd op 5 augustus 1921 onveranderd vastgesteld. Wijzigingen traden pas op nadat er beroepsschriften van bezwaarde eigenaren waren ingezonden.(5) De buiten het Haagse centrum gelegen gebouwen waren niet in de eerste gemeentelijke monumentenlijst opgenomen. Alleen enige gebouwen waarvoor gevaar dreigde, zoals de kerk te Scheveningen, het Paviljoen te Scheveningen en het Huis ten Bosch kregen een plaats op deze lijst.(6) De lijst van gedenktekens en monumenten buiten de binnenstad verscheen in 1925.(7) Volgens de opdracht van B&W aan de Monumentencommissie konden geen stedelijke complexen in de monumentenlijst worden opgenomen. Daarom besloot de commissie om niet alleen de belangrijkste gebouwen aan het Voorhout te beschermen, maar ook de kleinere herenhuizen, zodat op deze wijze toch het geheel kon worden beschermd.(8) De bescherming van het Voorhout kan als een voorloper van de beschermde stadsgezichten worden beschouwd. De Monumentenverordening van 1920 beschermde geen natuurmonumenten. Na de wijziging van de verordening in 1925 kon ook de bescherming van belangrijke natuurterreinen via de monumentenlijst worden geregeld.(9) In 1952 verzocht het College van B&W aan de Monumentencommissie om de gemeentelijke monumentenlijst te herzien. Er werd een nieuwe conceptlijst opgesteld, waaraan werd toegevoegd een lijst van te beschermen stadsgezichten en een lijst van te beschermen gevelstenen. Op 9 mei 1959 diende de Monumentencommissie de nieuwe voorstellen in.(10) De gemeenteraad schortte evenwel de herziening van de gemeentelijke monumentenlijst op, in afwachting van de totstandkoming van de Monumentenwet en van de daarbij behorende nieuwe lijst van monumenten die voor bescherming van Rijkswege in aanmerking komen.Op 9 augustus 1961 trad de Monumentenwet in werking. Op 4 juni 1964 ontving de gemeenteraad van de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de lijst van onroerende monumenten, die naar het oordeel van de Monumentenraad, de adviesraad van de staatssecretaris, voor rijksbescherming in aanmerking moesten komen. Deze rijkslijst bleek vrijwel identiek met het concept voor de herziening van de gemeentelijke monumentenlijst. Op de ontwerplijst van het Rijk stonden 638 panden. Na de beroepsfase zijn er in 1967 580 panden op de defintieve rijksmonumentenlijst gezet.(11) Taken: In het kader van de procedure omtrent de afgifte van bouwvergunningen werd het advies van de Welstandscommissie gevraagd. In principe werd dit advies steeds gegeven behoudens bij plannen van ondergeschikt belang. De criteria die werden gehanteerd bij de beoordeling waren van esthetische aard en lagen in het belang tot de instandhouding van het stadsbeeld naar de eisen van de tijd. Hoewel de criteria in de loop der tijd gelijk bleven veranderde het waardeoordeel. De beoordeling geschiedde zo naar algemeen maatschappelijke opvattingen van de Nederlandse bevolking in het algemeen en naar het beeld van de beoordelaars in het bijzonder. De praktijk laat daarom zien dat het resultaat van de beoordeling in de inventarisatieperiode door de jaren heen een veranderend beeld te zien heeft gegeven.In de Verordening Welstandstoezicht zijn de beginselen van het voorgaande nader omschreven. Als gevolg van de bepalingen van deze verordening moest de commissie verslag uitbrengen in die gevallen waarin dit conform de Bouwverordening is vereist. Bovendien was advies van de Welstandscommissie vereist bij objecten welke geen bouwwerk waren in de zin van de Bouwverordening doch waarbij de welstand in het geding was of kon zijn. Met betrekking tot de bescherming van monumenten van kunst en geschiedenis en werken die werden uitgevoerd in gebieden welke tot beschermd stadsgezicht waren aangewezen was eveneens advies van de commissie vereist.

Vervaardiger
  • C.N.W.M. Glaudemans (1996), M. Verhoef (DOXIS, 2003)R.A.M. Vernooij (2005)
Collectie
  • Archieven Haags Gemeentearchief
Type
  • archief
Identificatienummer van Haags Gemeentearchief
  • 0579-01
Trefwoorden
  • Kunst, Cultuur en Erfgoedbeheer
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards