Erlass, Decreet, 1 mei 1943 ;
Grimmig oorlogsaffiche waarop een decreet werd afgekondigd door Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied Seyss-Inquart op 1 mei 1943. Zo werden samenscholing, staking, wapenbezit, vervaardiging/verspreiding van pamfletten en verzet tegen de openbare orde over het algemeen bestraft met de dood. Arthur Seyss-Inquart, (Duits: Seyß-Inquart) zou geboren zijn als Artur Zajtich (Stannern, 22 juli 1892 ? Neurenberg, 16 oktober 1946) was een Oostenrijks jurist en nazi-politicus. Hij behoorde aanvankelijk tot de gematigde vleugel van de Oostenrijkse nazi's, later zou hij zich in het bezette Nederland ontpoppen als hardliner. Seyss-Inquart bevond zich onder de 22 oorlogsmisdadigers die tijdens het Proces van Neurenberg werden berecht. Hij werd op 1 oktober 1946 op drie van de vier aanklachten schuldig bevonden en ruim twee weken later ter dood gebracht. In 1940 werd hij rijkscommissaris (officieel voluit "Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete") van het door de Duitsers bezette Nederland en in de Ridderzaal officieel door de Duitse Wehrmachtgeneraals, Nederlandse en Duitse ambtenaren ingehuldigd. Deze verplaatsing van Wenen naar Den Haag werd overigens door velen als degradatie gezien. Seyss stond binnen de NSDAP als te gematigd bekend om de "joodse problematiek" in Wenen op te lossen. Op het affiche prijkte de adelaar van het nazi-regime. Na de val van het keizerrijk werd de adelaar ten tijde van de Weimarrepubliek opnieuw gereduceerd om alle koninklijke ornamenten die herinnerden aan de keizertijd te verwijderen. In 1933 kwam Adolf Hitler aan de macht die de adelaar slechts gedeeltelijk behield en aanpaste. Het wapen van het Derde Rijk was een zwarte adelaar met gespreide vleugels (actieve stand) staande op een krans met daarin een swastika.
- Mijn Stad Mijn Dorp, Provincie Overijssel
- Affiche
- {2CB9513C-A559-4636-AD85-FFB0B9AA4109}
- Maatschappelijk leven
- Algemeen bestuur en politiek
- Oorlogspropaganda
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer